29 - 03 - 1630
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Jacob Junius, secretaris van Z.Exc., wordt op zijn verzoek een vrij
paspoort toegekend om van
Gennep naar
's-
Gravenhage twintig stukken Wezels
hout
te brengen, elk 25 of 30 voet lang en achttien of twintig duim
dik.
2
Kapitein
David van Machebits verzoekt om in evenredigheid met de vijftig koppen waarmee
de compagnie onder zijn gezag zal worden verminderd en de compagnie
van
de
graaf van Solms zal worden
versterkt, ook het
voorschot naar verhouding te delen, zodat de graaf in plaats van de
helft
waarin
is toegestemd, slechts een kwart van het voorschot op de
compagnie van de suppliant krijgt.
HHM winnen hierover het advies van de RvS in.
3
Cornelis Danckaert, plaatsnijder en burger te Amsterdam, wordt voor zeven jaren
octrooi verleend voor een zekere kaart van het
opgestelde
geschut alsmede de gehele belegering van
's-
Hertogenbosch, die door hem in koper is
gesneden.
4
Op het verzoek van
Abraham Cesarius, ontvanger van de konvooien en licenten te Harlingen,
wordt zijn gage verhoogd van 530 tot 700 gld. jaarlijks. De
Admiraliteit in Friesland
te
Dokkum
wordt
verzocht dit in de rekening
op te
voeren.
5
De gecommitteerden van de eigenaars van enkele schepen van
Calais verzoeken om expeditie op hun herhaald verzoek.
Hiermee kan niet worden aangevangen alsvorens een beslissing is genomen over de casuspositie.
6
Z.Exc. heeft HHM de inhoud van een brief meegedeeld van de
vorst van Neuburg d.d. Alexandria 4
maart.
Indien
deze ervan verzekerd zou zijn dat zijn komst naar
's-
Gravenhage Z.Exc.
alsmede het merendeel van regeringsleden aangenaam zou zijn,
zou hij
hierheen komen. Echter, hij heeft geen paspoort.
HHM besluiten deze brief aan de RvS ter hand te stellen om na overleg met Z.Exc. hierover, te adviseren.
7
De RvS wordt verzocht opdracht te geven een ruime hoeveelheid oorlogsmaterieel en munitie, een gedeelte van de artillerietrein, alsmede de ponten en de schipbrug de
Rijn stroomopwaarts te voeren.
8
President
Schaffer heeft HHM namens Z.Exc. verzocht een middel te bedenken
waarmee direct een deel of de gehele som kan worden verschaft van
72.572 pond van de beloofde maand soldij aan de ingekwartierde
troepen. Het voorschot zal worden terugbetaald uit het geld dat de
provincies op 26 maart hebben beloofd binnen drie
weken
te verschaffen.
HHM besluiten de gedeputeerden van de provincie
Holland te verzoeken om in mindering van hun quote in de genoemde som
van 72.572 pond, tijdelijk 30.000 pond voor te schieten.
De
gedeputeerden hebben beloofd hierop bij de
Gecommitteerde
Raden
van hun provincie aan te dringen.
9
HHM machtigen
Bruninx en thesaurier-generaal
Van
Goch om in het huis van de jezuïeten te
's-
Hertogenbosch als tijdelijke voorziening ten
behoeve van
de
heer van Brederode enkele
zaken te repareren ten bedrage van 300 of 400 gld.
10
Behandeld wordt de declaratie van
Jacob van Nispen, ordinaris raad en muntmeester-generaal.
Vervolgens wordt het advies van thesaurier-generaal
Van
Goch gelezen. Een eindbeslissing hierover zal worden
uitgesteld totdat de thesaurier zal zijn gehoord over de elfde
post
van deze declaratie. Ondertussen blijft de apostille van kracht die
HHM
op het advies heeft laten stellen.
11
Ingestemd zal worden met een generale uitwisseling van gevangenen te water en krijgsvolk van beide zijden. Het betreft zowel degenen die nog gevangen gehouden worden in sommige provincies, als degenen die inmiddels na betaling van hun eten en drinken uit de gevangenis zijn ontslagen, ongeacht of er een losprijs is overeengekomen of niet. Voorwaarde is dat de
Infanta in naam van de
koning van
Spanje alle
ingeborenen of inwoners van de geünieerde provincies in
vrijheid
stelt, hetzij oorlogsgevangenen, hetzij andere gevangenen te water
in
de
landen onder het gezag van de Infanta, ongeacht of ze eerder onder
borgtocht zijn ontslagen en of er een losprijs overeen is gekomen
of
niet, nadat hun eten en drinken is betaald. De uitwisseling zal
in opdracht en onder leiding van Z.Exc.
door
middel van brieven aan de gedeputeerden van de vijand worden
afgehandeld.
Rode heeft verklaard
hierin alleen
met
goedkeuring van zijn
principalen
te kunnen instemmen.
12
In de vergadering compareren
Heindrick Herbers en dr.
Wilhelm Witfelt,
burgemeesters, en
Wilhelm van Coeverden,
kwartiermeester en
veertigraad van de stad Emden. Zij hebben uit kracht van hun
geloofsbrieven d.d. 4 maart verzocht om met enkele commissarissen
in
overleg te mogen treden over de inkwartiering van de zogenaamde
ligisten in
Oost-Friesland.
HHM verzoeken en benoemen
Huygens,
Bas,
Beaumont,
Rode,
Veltdriel
en
Schaffer om de
gedeputeerden van de stad te horen en
daarover te
rapporteren.
13
Ontvangen is een brief van credentie van de extraordinaris gedeputeerden van de derde stand van het graafschap
Oost-Friesland d.d. Emden 5 maart ten behoeve
van
Siriacus Hiskens.
Er wordt geen resolutie genomen.
14
Arnhem en
Veltdriel, gedeputeerden
van HHM, zijn
teruggekeerd uit
Zeeland van de vergadering van
de
Heren Negentien
van
de WIC. Ze
rapporteren over de belangrijkste zaken die
aan de orde zijn geweest. Verder hebben ze het ongenoegen van HHM
laten
blijken dat de
presiderende
kamer
HHM niet de agendapunten van de
volgende vergadering
had toegestuurd.
Ten tweede hebben de gedeputeerden van HHM de inhoud van twee
kopieën van
brieven meegedeeld die door admiraal
Pater aan
de
WIC ter Kamer Amsterdam
waren
geschreven.
Ten
derde rapporteren ze conform de resolutie van HHM
de
eed te hebben afgenomen van
La
Palma
als
gecommitteerde raad van de
Admiraliteit in
Zeeland
te Middelburg.
De gedeputeerden worden voor hun moeite en werk bedankt. De presiderende Kamer zal worden aangeschreven HHM telkens de agendapunten van de vergaderingen van de Kamers toe te sturen of de voorwaarden daarvoor op te stellen.
15
Gehoord is het bericht van ontvanger-generaal
Doublet naar aanleiding van het verzoek van
Joost
Cornelisz. van Diemen, mr.
Otto
Maillardt
en
Wynandt Adriaensz. van der
Gracht. Zij
verzoeken om betaling van hun legerdiensten in de jaren 1625, 1626
en
1627. Zij vorderen op de quote van
Gelderland
in de 500.000 pond in
plaats van
legerlasten voor het jaar 1628 waarom is verzocht. De supplianten
zeggen hun geld niet te kunnen verkrijgen.
De supplianten zullen zich andermaal moeten richten tot de provincie Gelderland, om aldaar te worden betaald. Indien deze provincie haar quote in de genoemde som in baar geld heeft betaald, zal het geld teruggevorderd worden van de commies van de ontvanger, om de supplianten tevreden te stellen.
161
Ontvanger-generaal
Doublet heeft HHM meegedeeld dat ter vergadering van HHM eerder is
verklaard dat
Holland
zijn
quote in de staat van suppletie heeft betaald. De quoten van de
andere
provincies in de 255.293 pond waarvan in mindering op de genoemde
staat van suppletie op 17 feb. decharges zijn uitgegaan, zijn
niet
toereikend om daaruit het resterende tegoed
aan de
kapiteins
te
betalen, die zijn inbegrepen bij de twaalfduizend man die
verleden jaar
met
het oog op de belegering van 's-
Hertogenbosch zijn
geworven. De genoemde provincies hebben op de genoemde decharges
nog
niets betaald.
HHM besluiten de provincies nogmaals serieus te manen tot betaling van hun quoten in de genoemde som. Daarnaast zal men bekendmaken dat de
RvS
ter vergadering van HHM heeft verklaard, dat Holland zijn quote in de staat van suppletie bedragende 3.449.564 pond, volledig heeft betaald.