08/04/1630

 
English | Nederlands

08 - 04 - 1630

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Van Oosterwijck is een brief met bijlagen d.d. Venetië 22 maart ontvangen.
Van Langerack is een brief met berichten d.d. Parijs 29 maart ontvangen.
Van Joachimi zijn twee brieven met berichten d.d Chelsea 16 en 30 maart ontvangen.
Er valt geen besluit.

2 Jan Martens Cromstryen verzoekt om een sauvegarde die hem in staat stelt onder contributie in de Doel [Beveren] te gaan wonen.
Dit verzoek zal voor een beslissing aan de RvS ter hand worden gesteld.

3 Ontvangen is een brief van Joachimi d.d. Chelsea 26 maart, alsmede een proclamatie van de koning van Groot-Brittannië ten voordele van de Eastland Company. Hierin wordt het anderen verboden uit Groot-Brittannië laken, karsaaien en soortgelijke waren naar het Oostzeegebied uit te voeren, of waren uit dat gebied in te voeren. Uit de brief blijkt verder dat Burlamachi Joachimi namens de Lord Treasurer heeft gevraagd naar het precieze bedrag dat HHM hebben verstrekt aan het regiment van overste Morgan. Daarop heeft hij geantwoord dat het voorschot volgens de brief die HHM hem eerder hebben geschreven, 96.000 gld. bedraagt. Hij heeft daarvan geen bewijsstukken in zijn bezit.
De gedeputeerden van Holland hebben de proclamatie gekopieerd om deze te bespreken. De RvS zal aan Joachimi een afschrift sturen van de stukken en documenten ter verificatie van het genoemde voorschot, met de aanmaning om onverwijld voor restitutie te zorgen.

4 De kooplieden Charles de Latfeur en Philippe Calandrin delen mee dat de Gecommitteerde Raden ondanks het appointement van HHM van 3 april nog steeds de wisselbrief ter waarde van 4.000 pond weigeren te betalen die de Oosterwyck op 15 maart in Venetië heeft getrokken op ontvanger Reael te Amsterdam.
De supplianten zullen zich voor betaling nogmaals tot de Gecommitteerde Raden moeten richten.

5 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 4 april over het op 26 maart bij HHM ingediende verzoek van Willebort van der Burch om bevorderd te worden tot ingenieur in dienst van de Generaliteit. De RvS heeft de door de suppliant afgegeven kaart van de Meierij van 's-Hertogenbosch gezien en enkele tekeningen van werken om 's- Hertogenbosch te versterken.
HHM besluiten conform het advies van de RvS de kaart en tekeningen uit te geven en houden de suppliant voor aanbevolen, maar HHM kunnen bij gebrek aan open plaatsen niet direct aan zijn verzoek voldoen.

6 Pieter Anna, wonend te Haarlem, wordt op de gebruikelijke voorwaarden en boetebepalingen een octrooi voor zeven jaar verleend voor een uitvinding van een door de wind aangedreven tonmolen, alsmede een instrument ter verlegging van de waterwegen ter bescherming van dijken.

7 De crediteurs van administrator van Maagdenburg te Halle verzoeken om betaling van hun achterstallen.
HHM manen de gedeputeerden van de in gebreke blijvende provincies inzake de subsidies aan Denemarken er serieus bij hun principalen op aan te dringen de betaling gelijk te trekken met de meestbetalende provincies.

8 Gedeputeerde Staten van Groningen schrijven d.d. 19 maart dat hun Staten Berent Schaffer uit Losdorp hebben genomineerd tot raad in de Admiraliteit te Amsterdam , ter vervanging van Derck Lubbertsz.
Schaffer wordt commissie gedepêcheerd. Hij heeft daarop de eed afgelegd.

9 Ontvangen is een brief van vice-admiraal Quast d.d. Enkhuizen 5 april. Hij verzoekt ten eerste HHM agent Mibaissen te belasten de commandeur op de kust geregeld en beter dan hiervoor te berichten over de toerusting van de vijand te Duinkerke, ten tweede hem port te laten betalen voor brieven die hem met de oorlogsschepen zullen worden gezonden.
HHM zullen de agent schrijven zich indien enigszins mogelijk geregeld te laten informeren over de equipage van de vijand in de havens van Vlaanderen en daarover te berichten. Hij dient ook port te betalen voor brieven van de commandeur op de kust of de kapiteins van oorlogsschepen die aan hem worden gestuurd. Hij kan het land deze kosten in rekening brengen.

10 Ontvangen is een brief van de koning van Frankrijk d.d. Parijs 12 februari. Hierin wordt HHM verzocht opdracht te geven het Land van Luik van alle overlast van soldaten van deze zijde te bevrijden en de van oudsher geldende neutraliteit in acht te nemen.
Een beslissing wordt opgeschort totdat Vosbergen bij terugkomst van zijn legatie over zijn wederwaardigheden heeft gerapporteerd.

11 De gedeputeerden van Friesland delen HHM ter vergadering mee dat ze per brief door hun principalen zijn bericht dat zij ten eerste hebben ingestemd met de maand soldij voor de ingekwartierde troepen, ten tweede in de fortificatie van Büderich en Ruhrort en ten derde in de 400.000 pond in aftrek van de legerlasten van dit lopende jaar waarom door middel van een petitie door de RvS is verzocht. De commies van de ontvanger had over de eerste twee posten al wat geld ontvangen. De derde post zou te zijner tijd en plaats worden betaald.
HHM bedanken de gedeputeerden voor deze mededeling.

12 De kolonels van de vier Franse regimenten, voorzien van een aanbeveling van Z.Exc., verzoeken om nieuwe vendels.
HHM verzoeken de RvS hierover naar oude gewoonte te besluiten.

13 De griffier van HHM rapporteert dat Z.Exc. hem heeft belast ter vergadering bekend te maken dat kolonel Hayes zeer ongeduldig aandringt op betaling conform de opgestelde en gesloten rekening van hem en de officieren van zijn afgedankte regimenten. Secretaris Huygens, eveneens ontboden, heeft geantwoord dat de te lenen 70.000 pond conform de resolutie van HHM was gerepartieerd over de kantoren van de ontvangers De Fresne, Hamel en Jan de Bergaigne. De Fresne excuseert zich voor de lening, de andere ontvangers hebben nog niet teruggeschreven. De RvS heeft De Fresne nogmaals aangeschreven om zijn contingent in de genoemde som te verkrijgen. HHM besluiten het hierbij te laten.

14 Ontvangen is een brief van graaf Lodewyck Hendrick d.d. Dillenburg 23 januari.
HHM besluiten een kopie van deze brief aan de Staten van Zeeland te sturen, met het verzoek van de graaf te handelen conform de teneur van de brief. Beaumont wordt verzocht dit te ondersteunen.

15 Er wordt ingegaan op de zaak van Heemstede.
Een beslissing wordt opgeschort.