13/05/1630

 
English | Nederlands

13 - 05 - 1630

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Ter vergadering wordt de declaratie van reiskosten en vacaties getoond van Jacob Olf de Jonge, commies-generaal van de konvooien en licenten voor het bereizen van de kantoren over de periode 10 mei 1629 tot 10 mei 1630.
Het bedrag van deze declaratie wordt vastgesteld op 561 gld. en 1 st. en zal ter betaling worden opgestuurd aan de Admiraliteit in het Noorderkwartier .

2 Ontvangen is een brief van mr. Pieter Crap, advocaat-fiscaal in de Admiraliteit in het Noorderkwartier d.d. 11 mei en de staat van het recht van de konvooien en licenten over de inkomende en uitgaande goederen, ontvangen in de maanden dec. 1629 en jan. en feb. 1630 door de kantoren die ressorteren onder dit College .
Deze zullen ter griffie van HHM worden bewaard.

3 Theunis Dirxsz. van Wel van wiens geheime diensten eerder gebruik is gemaakt, wordt uit mededogen 6 gld. toegekend die hem door kamerbewaarder Herdersum zullen worden uitbetaald.

4 Ontvangen is een brief met berichten van orateur Haga d.d. Constantinopel [Istanbul] 16 maart.
Er wordt geen resolutie genomen.

5 Ontvangen is een brief van de heer van Oosterwyck d.d. Venetië 26 april, met verschillende bijlagen met berichten.
Er wordt geen resolutie genomen.

6 Ontvangen is een brief van kapitein-commandant Homaecker d.d. fort Liefkenshoek 10 mei, met berichten over het voornemen van de vijand een aanval te ondernemen op de stad 's- Hertogenbosch.
Er wordt geen besluit genomen aangezien Z.Exc. naar aanleiding van een gelijk bericht al maatregelen heeft getroffen.

7 HHM committeren Rantwijck, Beaumont, Rode, Eysinga, Terculen en Clant om zich morgen ter vergadering van de Staten van Holland te vervoegen. Hun zal de noodzaak worden voorgehouden om waardgelders te lichten en heren zullen worden aangespoord tot prompte betaling van hun quote in de 400.000 pond, in mindering op de legerlasten. Dit alles staat in het teken van de voorbereidingen van het oprukken van het leger.

8 De gedeputeerden van de provincie Holland worden ertoe aangespoord er bij hun principalen , momenteel op de landdag bijeen, op aan te dringen HHM te adviseren over de verantwoording van de vijf speciën.

9 HHM resumeren het op 11 maart opgestelde en op 16 maart ontvangen advies van de RvS over het verzoek van de ingelanden van de drie polders van het Oude Land, het Westland en de Sint Omcommerspolder, gelegen onder Steenbergen, alsmede het verzoek van die van Halsteren onder Bergen op Zoom.
De verzoeken van deze partijen zullen met het advies en de bijbehorende stukken voor onderzoek ter hand worden gesteld aan Huygens, Noortwyck, Vosbergen en thesaurier-generaal Van Goch. Daarvan zal rapport moeten worden uitgebracht.

10 Met de eerste gelegenheid zal in de casuspositie van de zaak worden getreden.

11 Conform de resolutie van 11 mei horen HHM het rapport van hun gedeputeerden. Zij hebben met Z.Exc. overlegd over het rapport van Essen en Van der Dusse die uit Friesland zijn teruggekeerd. Deze heren hebben gedurende hun verblijf te Leeuwarden bemerkt dat het opschorten en vertragen van de aanvaarding en betaling van de repartitie van oude schulden van de Admiraliteit en het aanzuiveren van de consenten te water, alsmede het voldoen van de quote in de verzochte 500.000 pond in plaats van legerlasten anno 1628, voor het merendeel terug te voeren zijn op de twisten tussen de leden van de provincie Friesland over het vinden van de middelen ter betaling en de uiteindelijke betaling zelf.
HHM besluiten de Staten van Friesland ernstig te zullen aanschrijven op 15 mei o.s. op de Landdag al het mogelijke te doen om kort na het uiteengaan van de vergadering hun gecommitteerden hierheen te zenden om verslag uit te brengen van hun pogingen een oplossing voor hun geschillen te vinden. Daarna dienen de juiste middelen te worden verschaft waaruit de genoemde oude schulden alsmede hun quoten in de 500.000 pond moeten worden afgelost en de consenten te water kunnen worden aangezuiverd tot financiële steun aan deze staat.
Ondertussen zullen HHM de gedeputeerden uit deze vergadering het beraad dat inmiddels een aanvang heeft genomen over het heffen van de lopende middelen in de provincie Friesland, laten resumeren.

12 De gedeputeerden rapporteren verder ter gelegenheid van de besprekingen met Z.Exc. het verzoek te hebben onderzocht van de ambassadeur van Venetië d.d. 9 mei, om ten dienste van zijn principalen in Oost-Friesland twee regimenten van elk tweeduizend koppen te lichten en deze daarna in te schepen op de binnenwateren van deze staat. Ze voegen daaraan toe dat Z.Exc. van oordeel is dat HHM het verzoek behoren toe te staan, op voorwaarde dat zowel met betrekking tot de lichting als de inscheping eerst een regeling wordt vastgesteld die moet worden nagevolgd.
Beaumont, die de overwegingen van Z.Exc. heeft gehoord, zal een conceptreglement opstellen.

13 Ontvangen is een brief van de Staten van Groningen d.d. Groningen 25 april. Zij verzoeken HHM de bisschop van Osnabrück aan te sporen de brief van HHM van 6 dec. 1629 te beantwoorden, die ten gunste van ritmeester Boijocke van der Wenge is geschreven.

14 HHM lezen het verzoek uit naam van Cornelis Claesz. Pietaels in een briefomslag door een onbekend persoon ter vergadering van HHM ingediend. Het betreft het maken van een goede doorvaart nabij Tønder naar Flensburg, van de Noordzee tot de Oostzee. Daar is een rivier die op ongeveer 800 roeden na vanuit de Noordzee in de Oostzee komt. Door de gedeputeerden van Holland wordt een kopie gemaakt ter bespreking met hun principalen .

15 Het concept betreffende het regelen en innen van de consenten van de provincies zal in aanwezigheid van de RvS worden geresumeerd.

16 Ook besluiten HHM de besognes over de overblijvende en ongerepartieerde renten alsmede de kapitalen te zullen resumeren, om daarna decharges te kunnen laten uitgaan aan de provincies ten bedrage van 200.000 pond. Daaruit kunnen de renten grotendeels worden afgelost. De rest blijft ten laste komen van de extraordinaris ontvangsten van de ontvanger-generaal.

17 Hans van Selbach, ondermajoor te Wezel zonder traktement, verzoekt in plaats daarvan geappointeerd te worden onder de compagnie van ritmeester Casar.
Dit verzoek zal voor een gunstig besluit aan de RvS ter hand worden gesteld.

18 Naar aanleiding van het verzoek van Margarita Balochi wordt haar vader Francois Balochi uit mededogen 50 gld. toegekend. Hiervan zal ordonnantie worden gedepêcheerd.

19 HHM lezen het verzoek van Hendrick Hertman en Jan Huijgens. Zij hebben op 6 september beloofd een redoute te maken ter hoogte van de gracht bij Poll onder Wezel. Zij hebben daaraan een halve dag met hun arbeiders gewerkt. Ze zijn door de vijand verjaagd, met achterlating van enkele gereedschappen en levensmiddelen, bij elkaar ter waarde van 192 pond. Ze verzoeken een vergoeding daarvan.
HHM kennen hun 100 gld. toe. Hiervan zal ordonnantie worden gedepêcheerd.

20 Willem de Wint, heer van Crissensteyn, verzoekt om een voorschrijven aan de keurvorst van Keulen en de regering van Münster, in een zaak waarin HHM eerder aan de keurvorst en de regering hebben geschreven betreffende de successie van de vrouwe van der Ast ten gunste van wijlen de heer Ketteler, de partij van de suppliante.
HHM gaan hier niet op in.

21 Aangaande het verzoek van de kapitein van het regiment van kolonel Haij, het verzoek van kapiteins Malaguet, Durefort en Croismaire, alsmede het verzoek van Rouillac en Tomas Lucas, zal alvorens hierover te beslissen, ontvanger-generaal Doublet worden geraadpleegd.

22 Ambassadeur De Beaugij laat via zijn secretaris weten dat hij per expreskoerier bericht heeft gekregen van de koning van Frankrijk op het alliantieconcept.
HHM committeren de voormalige gedeputeerden om te horen wat de heer ambassadeur naar aanleiding van het concept zal bekendmaken.