01/06/1626, 4

 
English | Nederlands

01/06/1626, 4

4 Ernst Casimir schrijft d.d. Leeuwarden 18/28 mei over de situatie aldaar. Het volk heeft geen enkel respect meer voor de magistraat en heeft gepoogd een huis van een der burgemeesters te plunderen. Ook is er op het stadhuis geschoten, zijn de ruiten bij Swartzenborch en Rienck van Burmania ingegooid terwijl zijn eigen logement rondom wordt bewaakt.
Voorgesteld wordt een deputatie naar Steenwijk of een andere veilige plek in Friesland te sturen, daar de gedeputeerden van deze provincie te ontvangen en met degenen die zijn verschenen tijd en plaats af te spreken voor een zo spoedig mogelijke vergadering van de volmachten. Met de dan aanwezige volmachten en gedeputeerden zou vervolgens overleg kunnen zijn over wat het best gedaan kan worden tot zowel het herstel van zaken in Friesland als de betaling van de soldaten. Daarbij zou in de eerste plaats moeten worden voorkomen dat Oostergo, Westergo en Zevenwouden zich aansluiten bij de stedelijke woelingen. In het geval bepaalde steden op geen enkele manier tot rede en rust te brengen zijn, zouden zij tot adequaat handelen moeten besluiten. De gecommitteerden van HHM zou men patenten en overige middelen moeten meegeven om ter plaatse met gezag en macht te kunnen optreden.
Over het voorstel zal met Z.Exc. en de RvS nader worden beraadslaagd.