5
Naar aanleiding van hetgeen 1 aug. is besloten over de memorie van de
Deense ambassadeur is nagezien wat op 24 feb. aan de rechters is geschreven in
de zaak tussen
Jan Braem en de
Noordse
Compagnie
. HHM zullen nogmaals schrijven dat het noch
hun
bedoeling, noch die van de koning is dat in het proces
soevereiniteit en jurisdictie over
Spitsbergen ter
discussie komen en dat zij zich uitsluitend met hetgeen de belangen
van
beide partijen aangaat moeten bezighouden. Niettemin zal aan de
Compagnie ook worden geschreven na te gaan of de zaak niet via een
akkoord kan worden afgehandeld.