2
Eck en
Broersema hebben conform
de resolutie van 13 juli enkele afgevaardigden van de
Generaliteitsrekenkamer
gehoord
over de
posten
die de Rekenkamer heeft aangetekend in de rekeningen van de
ontvanger van de Admiraliteit in
Friesland over
1624 en 1625. Zij hebben hierover nader bericht.
Voor deze keer aanvaarden HHM de eerste post van 43 gld. 8 st. in de rekening over 1624. Dit geldt eveneens voor de volgende posten uit 1624: de verhoging met 50 gld. van het traktement van de
equipagemeester en van klerk
Adius en 234
gld. aan kosten van enkele heren wegens het ophalen van
hun commissies.
De post van 140 gld. rente over een door de Admiraliteit geleend kapitaal van 2.000 gld. is geroyeerd omdat er voldoende geld in het comptoir voorhanden was om dit af te lossen. De posten van 92 gld. 18 st. voor
Coppen 't Nansum en 6 gld. 13 st. aan briefloon zijn goedgekeurd. De post van
2.613 gld. 18 st. 10 d. is niet gepasseerd. Deze betreft onder meer
een teruggave aan enkele kooplieden uit
Groningen
van
door hen
verlicente goederen. Dit is in navolging van
Deventer gebeurd om onttrekking van de koophandel
van Groningen naar Deventer te voorkomen. De
daggelden op deze post zijn eveneens geroyeerd: deze zullen
slechts worden
goedgekeurd voor zover de regelgeving van het land dat toelaat.
De rekeningen over 1625 waarin eveneens posten worden opgevoerd wegens verhoging van het traktement van de equipagemeester en klerk Adius met 50 gld. zijn geroyeerd. De vendumeester krijgt 200 gld. zonder dat dit gevolgen heeft voor andere vendumeesters. De beloning van 50 gld. voor
Baudatio is toegestaan. De vermindering met 72 gld. 10
st. op een post van 225 gld. is goedgekeurd. Voor de posten van 435
gld. en van 1.000 gld. zijn nadere bewijzen vereist, maar ze
worden
voor
deze keer gepasseerd. De restitutie aan kooplieden van 1.120 gld.
wegens betaalde licenten is geschrapt.
Broersema
verzoekt deze kwestie op te houden totdat namens Groningen hierover
nader
is bericht. De post van 170 gld. is geroyeerd alsmede de 140
gld.
rente, net als vorig jaar. De post van 149 gld. 8 st. 4 d. is
gepasseerd, evenals 200 gld. wegens betaling van kapoenen. Bij het
laatste punt
van
1.000 gld. wordt om nader bewijs verzocht. Bij overlegging hiervan
zal
het voor deze keer worden goedgekeurd.