23/10/1627, 1

 
English | Nederlands

23/10/1627, 1

1 1 De RvS compareert en geeft conform de resolutie van 21 okt. zijn overwegingen bij de conceptinstructies voor de gezantschappen naar de koningen van Frankrijk en Engeland. Aangaande het gezantschap naar Frankrijk vraagt de RvS zich af of het nuttig is Langerack in te zetten, die in het door hem opgestuurde stuk over de alliantie zijn lastgeving te buiten is gegaan. Het lijkt de Raad beter Langerack te ontbieden om opheldering te geven.
HHM zullen met Z.Exc. bespreken wat men het beste kan doen.
Ten tweede adviseert de Raad dat het beter is eerst alleen de geschillen tussen beide koningen te regelen en het stuk over de alliantie zoveel mogelijk uit te stellen, omdat de alliantie bij voortduring van de conflicten geen voordeel geeft.
HHM nemen dit advies over.
Ten derde vraagt de Raad zich af wat men moet doen als de koning uit Parijs is vertrokken.
HHM laten de ambassadeurs zich bij afwezigheid van de koning wenden tot de koningin-moeder om van haar te vernemen of ze de koning moeten volgen of hun opdracht aan haar moeten uiteenzetten.
De Raad heeft verder bij enkele artikelen overwegingen gegeven die vervolgens in de instructie zijn verwerkt. Eén artikel zal worden weggelaten, namelijk over de godsdienst in Frankrijk. Desondanks wordt het hier opgenomen om de ambassadeurs voorgelezen te worden of hun er een uittreksel van te geven om slechts bij gelegenheid met omzichtigheid uit te voeren. Het artikel luidt: De ambassadeurs moeten er bij al hun handelingen en bij alle gelegenheden op bedacht zijn dat die van de religie in de komende regeling of pacificatie opgenomen worden en dat de edicten en vrijheid van godsdienst behouden blijven. Aan de andere kant moeten zij die van de religie of hun gedeputeerden tot verschuldigde gehoorzaamheid vermanen en al het wantrouwen proberen weg te nemen dat eerder, en de laatste keer door de komst van de Engelsen, is veroorzaakt. De ambassadeurs moeten voorkomen dat als gevolg van het wantrouwen plannen worden gesmeed om die van de religie te onderdrukken. Zij mogen geen gesprekken voeren of handelingen verrichten die direct of indirect tot meer onheil voor die van de religie leiden.
De Raad heeft ook enkele overwegingen gegeven bij de instructie voor het gezantschap naar Engeland. Deze zijn erin verwerkt waarna de instructie is goedgekeurd.

1 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 3906.