19/04/1629, 7

 
English | Nederlands

19/04/1629, 7

7 Gedeputeerden Brunninxs, Beaumont - als vervanger van Vosbergen -, Roode en Veltdriel delen hun bevindingen mee betreffende het particulier vertoog van Heemstede d.d. 12 april aangaande de brand te Londen, en de bijbehorende schriftelijke verklaring, die zij krachtens de resolutie d.d. 14 april onderzocht hebben. Zij hebben hierover met Z.Exc. gesproken. Deze heeft verklaard dat HHM moeten beslissen over een eventuele schadevergoeding voor dit ongeluk. Volgens hem blijkt duidelijk uit de schriftelijke verklaring dat de suppliant of zijn bediende geen schuld treft aan de brand. Om deze reden is Z.Exc. van mening dat, mochten HHM de eigenaar van het huis, Cicil, de geleden schade willen vergoeden, Pauw en Joachimi ook enige vergoeding moeten ontvangen. Cicil kan men over het huis spreken, aangezien hij binnenkort naar de Republiek komt. Men kan de schadevergoeding uit de 181.000 pond voor de vier nieuwe Engelse regimenten betalen of uit de 650.000 pond van de obligatie van ambassadeur Carlaton op krediet van HHM.
De vergadering wacht de komst van Cicil af alvorens een beslissing te nemen.