7
Gedeputeerden
Brunninxs,
Beaumont - als vervanger
van
Vosbergen -,
Roode en
Veltdriel delen hun bevindingen
mee betreffende het
particulier vertoog van
Heemstede
d.d.
12 april aangaande de brand te
Londen, en de
bijbehorende schriftelijke verklaring, die zij krachtens de
resolutie d.d.
14
april onderzocht hebben. Zij hebben hierover met Z.Exc. gesproken.
Deze
heeft verklaard dat HHM moeten beslissen over een eventuele
schadevergoeding voor dit ongeluk. Volgens hem blijkt duidelijk uit
de schriftelijke verklaring dat de suppliant of zijn bediende geen
schuld treft aan
de
brand. Om deze reden is Z.Exc. van mening dat, mochten HHM
de eigenaar van het huis,
Cicil,
de geleden
schade
willen vergoeden,
Pauw en
Joachimi ook enige vergoeding
moeten ontvangen.
Cicil
kan
men over het huis spreken, aangezien hij binnenkort naar de
Republiek
komt.
Men kan de schadevergoeding uit de 181.000 pond voor de vier
nieuwe Engelse
regimenten betalen of uit de 650.000 pond van de obligatie van
ambassadeur
Carlaton op krediet
van HHM.
De vergadering wacht de komst van Cicil af alvorens een beslissing te nemen.