1
HHM lezen de memorie van de
hofmaarschalk van de koning van Zweden.1 Ten eerste laat hij weten dat de voor het transport
van
zijn
troepen benodigde schepen niet gereed zijn en dat de afrekening
voor
verrichte diensten wordt vertraagd; ten tweede klaagt hij dat de
troepen op veel plaatsen geen servitiƫn hebben genoten; ten
derde
dat
de kosten voor het onderhoud van zieke soldaten hem hoog in
rekening
worden gebracht; ten vierde dat hij tot nogtoe geen resolutie
heeft
gekregen en niet tevreden is gesteld inzake het geweer dat de
troepen
in 's lands dienst hebben verloren of dat beschadigd is geraakt;
ten
vijfde zijn enkele tonnen bier en brood die door
Groningen
aan diens soldaten
zijn gegeven
(als zij geen wagen of vracht hadden konden ze beter marcheren)
onredelijk hoog in rekening is gebracht; ten zesde is wat volk dat
door
overste
Hal geworven en ettelijke dagen
is onderhouden, niet betaald, maar er zijn honderden guldens
van
de van de RvS ontvangen ordonnantie afgetrokken, terwijl er ook
100
gld. door ontvanger
Doublet
buiten de
generale
afrekening wordt gehouden. Ten zevende betaalt men het regiment
van de
maarschalk en de vier
compagnieƫn van overste Hall op de voet van
de eerste monstering
per drie maanden, maar in het akkoord was overeengekomen dat
bij de rekrutering zowel een maand gage als 8 gld. op
ieder
hoofd aan transportgeld zou worden betaald. Ten achtste heeft het
volk
bij gebrek aan schepen die het land gehouden was te verschaffen
conform het akkoord, ettelijke dagen vertraging opgelopen. De
maarschalk verzoekt daarom om enige compensatie voor de soldaten
en
een goede afhandeling van deze zaak.
Deze memorie wordt aan de RvS ter hand gesteld ter afhandeling van de daarin genoemde punten conform het met de maarschalk gesloten contract. De niet in het contract genoemde punten moeten conform de order van het land in alle redelijkheid worden afgehandeld. De RvS wordt aanbevolen de maarschalk eraan te houden bij het vertrek orders achter te laten voor het onderhoud van zijn zieke, in de gasthuizen van verschillende steden gelegen soldaten. Deze resolutie moet secretaris
Huigens aan de RvS bekendmaken.
27/10/1629, 1
1
Deze memorie is
gedeeltelijk
gedrukt Aitzema, S. &
O. kwarto II,
891/folio I,
892.