24 resoluties gevonden.
Beperking: Sir Edward Cecil (persoon)
Zoekopdracht aanpassen
03/05/1626, 3
Van Joachimi is een brief d.d. Londen 16 april ontvangen, maar de
17/06/1626, 3
Generaal Cecil verzoekt zijn verlof met zes maanden te mogen verlengen. Dit
18/06/1626, 11
HHM laten, conform het advies van Z.Exc., op het verzoek van Cecil
20/06/1626, 17
Joachimi schrijft d.d. Londen 10 juni onder meer dat de Admiraliteit in
03/08/1626, 1
Catharina van Camphuisen , weduwe van Willem Janssen , voormalig ruiter in
19/09/1626, 20
HHM hebben het advies gelezen dat de RvS d.d. 9 sept. heeft
02/07/1627, 3
Cecil , viscount van Wimbledon, verzoekt betaling van zijn traktement als ritmeester
17/08/1627, 11
De RvS adviseert op het op 2 juli door Cecil ingediende rekest
16/09/1627, 19
Ten aanzien van het herhaald verzoek van Cecil , ondersteund door brieven
26/09/1628, 9
Namens kolonel Ciscil wordt bericht dat hij blijft aandringen op betaling van
20/10/1628, 14
Philip Pakenham , luitenant-kolonel van het regiment van kolonel Cecil , verzoekt
19/04/1629, 7
Gedeputeerden Brunninxs , Beaumont - als vervanger van Vosbergen -, Roode en
27/04/1629, 4
De vergadering stelt de bespreking uit van het mondelinge en schriftelijke vertoog
12/05/1629, 8
Naar aanleiding van de memorie van kolonel Cicill , die zich tegenwoordig
25/06/1629, 15
Bruningh en Clant worden gecommitteerd om de declaratie van Adriaen Pauw ,
27/06/1629, 7
Bruiningh en Clant rapporteren over hun onderzoek naar de declaratie van Adriaen
02/08/1629, 13
Ontvangen is een brief van de gedeputeerden te velde vanuit het leger
13/08/1629, 12
De RvS schrijven in een advies d.d. 17 juli dat zij alle
31/10/1629, 5
HHM bestuderen het op 17 juli opgestelde en op 13 aug. bij
22/11/1629, 15
Wat betreft de aanspraken van Cicil inzake het afbranden van zijn door
01/12/1629, 11
Kolonel Cecil , burggraaf van Wimbledon, verzoekt om betaling van de wegens
08/02/1630, 1
HHM lezen de memorie van Heemstede die eerder in extraordinaris ambassade naar
04/04/1630, 13
HHM lezen het antwoord van de RvS d.d. 12 maart op de
10/05/1630, 13
HHM lezen de memorie van Heemstede om expeditie op zijn declaratie inzake