Gegevens van record 22
| Nummer | 22 |
|---|---|
| Datum | 30-1-1950 |
| Soort | notulen |
| Kenmerk | Ministerraad |
| Opschrift/Bijlage(n) | |
| Verzender(s) | |
| Ontvanger(s) | |
| Plaats van opmaak |
Den Haag |
| Plaats van bestemming | |
| Bewaarplaats | Nationaal Archief |
| Bestand | archief van de Ministerraad en onderraden |
| Dossiernummer | doos 394 |
| Trefwoorden |
Dachlan Djambek, kolonel TNI Koninklijk Nederlands-Indonesisch Leger (KNIL), liquidatie van het - Nederlandse Militaire Missie (NMM) in/Nederlandse militaire steun aan Indonesië NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië) onderscheidingen/decoraties Romme, C.P.M., lid Tweede Kamer, fractievoorzitter KVP Timperley, H.J. Unieconferentie/ministersconferentie maart-april '50 Verenigd Koninkrijk, houding/positie van - voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische Westerling, R./Westerlingaffaire(s) |
| Annotatie |
slotnoot sub 3a: zie recordnummers 779 en 23 slotnoot sub 3b : Op 31 jan. seinde Drees onder no 4 aan 'Hirschfeld persoonlijk, mede voor Van Maarseveen': 'Avant ontvangst Uw 118 [recordnummer 717] en Van Maarseveen 5 [recordnummer 828] besprak de Ministerraad gisteren de vraag welk standpunt de Nederlandse Regering moet innemen in geval - - - door RIS operationele bijstand wordt verzocht. Daarbij werd overwogen dat U bij Götzen 52 [in annotatie van recordnummer 706] reeds gemachtigd werd tot alle handelingen die U nodig mocht achten. Hierin is derhalve ook begrepen evengenoemde bijstand. De Raad acht echter, in overeenstemming ook met de geest van Uw 113 [recordnummer 714], noodzakelijk alsdan hulp zoveel mogelijk te echelonneren namelijk eerst steun door technische middelen, daarna, bij grotere urgentie, uitvoering van secondaire taken en eerst in laatste instantie operationele steun troepen waarbij de voorkeur geven aan KNIL, dat immers bestemd is grotendeels over te gaan naar RIS. In deze zienswijze door moeilijkheden geschetst in aanvang genoemde telegrammen in wezen geen wijziging gebracht. Eventuele variaties moeten aan Uw inzicht en dat der legerleiding overgelaten. Delen geheel Uw opvatting dat de stemming van de leiding zich naar beneden zal voortplanten en dat derhalve alles gedaan moet worden om de legerleiding te doordringen van de noodzaak om in het belang van de Nederlandse zaak te handelen zoals U beiden het ziet. Hierop ware nadere besprekingen met de legerleiding te baseren, waarbij ik de hoop uitspreek, dat openhartige uiteenzetting en zo nodig ernstig beroep de legerleiding zullen weerhouden van ontslagname.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1950. Zie ook recordnummer 717 noot sub 3e, einde eerste alinea: De volgende dag seinde Götzen onder no 62 aan Van Maarseveen te Djakarta: 'Ministerraad besprak gisteren o.m. doorgaande actie hoge RIS-functionarissen inzake Nieuw-Guinea, waarbij met name verwijs redevoeringen Sukarno in India. Ministerraad acht gewenst indien deze strijd om Nieuw-Guinea doorgaat enige terughoudendheid te betrachten ten aanzien van in uitzicht te stellen decoraties.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 11. Op 1 feb. antwoordde Van Maarseveen hierop onder no 9, dat hij 'vorige week naar aanleiding van hetgeen Sukarno in India zei, tegen Hatta de opmerking maakte, dat Sukarno zich toch wel erg druk maakte over Nieuw-Guinea, waarop Hatta mij antwoordde de President te zullen zeggen, dat hij beter doet daarover verder te zwijgen. Wat betreft decoraties heb ik in een vertrouwelijk onderhoud met Hamid medegedeeld, dat ik persoonlijk mij de vraag stelde of niet te zijner tijd decoraties moesten worden verleend, waarbij ik dacht aan President Sukarno, Hatta, Rum, Hamid en Anak Agung, maar dat ik alvorens mij hieromtrent nader te beraden en eventueel voorstellen te doen, toch eerst zal moeten weten of dergelijke decoraties zouden worden geapprecieerd. Sindsdien is Hamid daarop niet terugkomen en persoonlijk ben ik niet van plan deze zaak voor de tweede maal aan te snijden. Dat Hamid deze aangelegenheid intussen zal hebben besproken met de RIS-Regering acht ik vaststaand.' Archief BZ, ingekomen codetel., Djakarta 1950. |
| Zie ook |
18:
Ministerraad
19: Ministerraad 21: Ministerraad 717: Hirschfeld 118 779: Götzen 75 828: Van Maarseveen 5 835: Stikker 281 |
| transcriptie (13 KB) |