Gegevens van record 23
Nummer | 23 |
---|---|
Datum | 2-2-1950 |
Soort | notulen |
Kenmerk | Ministerraad |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) | |
Ontvanger(s) | |
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming | |
Bewaarplaats | Nationaal Archief |
Bestand | archief van de Ministerraad en onderraden |
Dossiernummer | doos 394 |
Trefwoorden |
Darul Islam deelstaten/federatie/VSI, opheffing van de - desertie/deserteurs Goes van Naters, M. van der* Java, West -/Bandung Koninklijk Nederlands-Indonesisch Leger (KNIL), liquidatie van het - Nederlandse Militaire Missie (NMM) in/Nederlandse militaire steun aan Indonesië Negara Pasundan/regering van de - parlement, Nederlandse - wapen(s)/oorlogsmateriaal, -transacties/embargo op -/vergunningen voor - voor Indonesië Westerling, R./Westerlingaffaire(s) |
Annotatie |
noot bij de zinsnede sub 3 'de verwevenheid van Westerling met de leidende officieren van het KNIL': Op 8 feb. seinde de inmiddels te Djakarta verblijvende staatssecretaris van Oorlog onder no Hirschfeld 137 aan Drees persoonlijk: 'Ik heb de indruk gekregen, dat oud-Nefispersoneel in verschillende gevallen contacten onderhoudt met de actie Westerling, welke allerminst de instemming van de Nederlandse Regering zullen hebben. Ik ben hier met Buurman doende dubieuze figuren te elimineren. Security controle los van Minuor is mijns inziens in Nederland beslist noodzakelijk, waarbij ik in het bijzonder verzoek na te gaan contacten overste Van Lier, thans tijdelijk gedetacheerd Kabinet MVO. Heb deze naar Nederland ontboden, daar reeds in December argwaan omtrent zijn verbindingen in Indonesië. Schokking is op de hoogte. Overigens de gehele vroegere omgeving van Spoor doen nagaan.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1950. slotnoot sub 3: Zie recordnummer 779. slotnoot sub 4: Op 1 feb. had Drees onder no 5 aan Hirschfeld geseind: 'In de Tweede Kamer zijn mij o.a. de volgende vragen gesteld: A. Is het der Regering bekend dat de opstandelingen onder het commando van de voormalige kapitein Westerling de beschikking hebben over moderne Nederlandse wapens en kan de Regering mededelen wie verantwoordelijk is voor de diefstal van deze wapens en de terbeschikkingstelling aan de opstandelingen? B. Kan de Regering mededelen hoeveel Nederlandse militairen van Nederlandse en van Indonesische afkomst gedeserteerd zijn naar de zijde der opstandelingen en hoe die deserties hebben kunnen plaatsvinden? Aangezien mondelinge beantwoording dezer vragen ten spoedigste zal moeten geschieden verzoeke telegrafische concept beantwoording.' Op 3 feb. liet Drees hier onder no 6 op volgen: 'Behalve de in mijn 5 geseinde vragen is volgende vraag thans ook gesteld: Is het der Regering bekend, dat, behalve de reeds gepleegde misdrijven, de opstandelingen voornemens zijn geweest, een aanslag op het leven of de vrijheid van Hoofd en Regeringspersonen van de bevriende staat Republiek der Verenigde Staten van Indonesië te plegen? Verzoeke eveneens telegrafisch beantwoording.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1950. Zie recordnummer 722. |
Zie ook |
27:
Ministerraad
714: Hirschfeld 113 722: Hirschfeld 133 797: Van Maarseveen 122 |
transcriptie (16 KB) |