Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 350

Nummer 350
Datum 28-5-1951
Soort notulen
Kenmerk Ministerraad
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s)
Ontvanger(s)
Plaats van opmaak
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief van de Ministerraad en onderraden
Dossiernummer doos 395
Trefwoorden bankwezen
Molukkers in Nederland, houding/positie van -
nationalisatie/Indonesianisatie/spoliatie/onteigening/confiscatie/onderbeheerstelling
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
parlement, Indonesische -, delegaties/missies van het -
parlement, Nederlandse -
regeringsverklaring, Indonesische
Sukiman Wirjosandjojo, leider van de Masjumi
Supomo, staatscommissie - tot herziening RTC-accoorden
Suriname/Suriname Nederlandse Antillen (SNA)
unieverhouding/RTC-akkoorden, (Haags) overleg '51-'52 ter herziening/beëindiging van de -
Annotatie noot bij 3a:
Zie recordnummer 1952. Blijkens tel. no Michiels 57 van 2 juni, aanvaardde de in Londen verblijvende missie de uitnodiging voor een avondmaal  op 8 juni met de Kamervoorzitters, maar moest zij een 'uitnodiging van de Nederlandse regering voor een dejeuner op 9 juni' afslaan met het oog op het vertrek naar Brussel die dag. NA, archief Minkol., codetel. 1951,12.

inleidende noot bij 3c, eerste alinea: zie ook recordnummer 1960.

inleidende noot bij 3c, tweede alinea:
Zie ook recordnummer 1969. Eveneens op 28 mei had Lamping onder no 83 de volgende passage over de Nederlands-Indonesische verhouding uit de die dag door Sukiman afgelegde regeringsverklaring aan Den Haag geseind: '"Overeenkomstig het verlangen en de gevoelens van het volk zal de regering de Indonesisch-Nederlandse betrekkingen, gebaseerd op de RTC-overeenkomst, herzien. Door het vorige kabinet werd reeds een bijzondere staatscommissie in het leven geroepen om de inhoud en de vorm van overeenkomst te herzien in verband met de nieuwe situatie. De regering zal rekening houden met de resultaten van dit onderzoek in het streven naar vernieuwing van de Indonesisch-Nederlandse betrekkingen, met het doel om met deze betrekkingen de sfeer te doen zuiveren in het belang van beide partijen, zodat samenwerking bereikt wordt op basis normaal voor twee onafhankelijke en souvereine staten." Omtrent Nieuw-Guinea', aldus voorts Lamping, 'werd het volgende verklaard: "Bij beschouwing van de gevolgen, die mogelijk zullen voortvloeien uit het streven naar revisie, mag de nationaal-Indonesische claim op West-Irian ten enenmale niet worden beïnvloed. Deze nationale claim zal met alle kracht worden gehandhaafd zowel uit juridisch als uit politiek en andere oogpunten".' Als hoofdpunten had Lamping voorts overgeseind:
'"A. Herstel van veiligheid en rechtszekerheid staat in het regeringsprogramma voorop. Als rechtsstaat moet Indonesië over voldoende en bekwame machtsmiddelen beschikken. Tot het tegengaan van ordeverstoringen zal de regering haar aandacht speciaal wijden aan het gebruik van machtsmiddelen. Elke organisatie, die de vorm aanneemt van een staat of een staatsorgaan is verboden en elk streven om een organisatie te vormen als staat in de eenheidsstaat  RI, onverschillig of het streven van het binnenland of van het buitenland afkomstig is, zal als opstand worden beschouwd. De oplossing van het welvaartsvraagstuk zal gelijktijdig met dat van de veiligheid moeten worden gezocht.
B. De regering stelt zich op het standpunt dat de Javase Bank als circulatiebank genationaliseerd dient te worden conform hetgeen is overeengekomen op de RTC".'
En tot slot seinde Lamping:
'De paragraaf over het buitenlands beleid bevat slechts de gebruikelijke frases over onafhankelijke politiek. Nieuwe gezichtspunten opent deze verklaring, die een zeer gematigd karakter draagt, vrijwel niet. Ik zal de volledige vertaling zo spoedig mogelijk laten volgen.' NA, archief Minkol., codetel. 1951, 2. Zie recordnummer 2024.
Zie ook 335: Ministerraad
341: Ministerraad
1960: Lamping 60
2024: Lamping 100
PDF transcriptie (71 KB)