Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 369

Nummer 369
Datum 24-8-1953
Soort notulen
Kenmerk Ministerraad
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s)
Ontvanger(s)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief van de Ministerraad en onderraden
Dossiernummer doos 398
Trefwoorden censuur/vrijheid van meningsuiting
Molukkers in Nederland, houding/positie van -
Molukkers, overbrenging naar Nederland van -
NG, (rechts)positie/houding gevangenen op -
NG, positie/houding Molukkers op -
pers/publieke opinie, Nederlandse
transferbepalingen/-besprekingen
Annotatie noot bij 3d:
Blijkens de notulen van de vergadering  van de Ministerraad van 3 aug. was de kwestie van de op Nieuw-Guinea geïnterneerde Ambonezen ook daar aan de orde geweest en wel n.a.v. de door Van Rijckevorsel hierover gestelde schriftelijke vragen. Minister Luns achtte dat 'minder juist' omdat Van Rijckevorsel 'tevoren hieromtrent reeds in een zeer vertrouwelijke persoonlijke brief door minister Beyen was ingelicht. De Minister-President is van oordeel, dat men bij de beantwoording van vragen kan wachten tot het einde van de normale termijn en dat men zal kunnen refereren aan de bedoelde brief. Ten aanzien van de vragen, die betrekking hebben op de kwestie der Ambonezen in het algemeen zal men kunnen antwoorden, dat deze niet geschikt zijn om er opnieuw op in te gaan, aangezien reeds herhaaldelijk het standpunt der Regering hieromtrent is bekend gemaakt.' T.a.p. Zie recordnummer 3673.

noot bij 3f:
Op 10 aug. had Van Bylandt onder no 453 over 'een artikel van Talma van Financiën' dat bestemd was gepubliceerd te worden in het Financieel Dagblad te Amsterdam' het volgende geseind: 'Talma bood mij dit artikel aan bij schrijven d.d. heden, waarvan de sluitzin luidt 'in verband met de komende besprekingen, in het bijzonder over de transferkwesties, komt het mij zeer wenselijk voor, dat U de achtergrond, waartegen zich deze besprekingen zullen afspelen, in het juiste licht ziet'.
Ik acht een dergelijke publicatie in een Nederlands dagblad ook indien overigens financieel technisch verantwoord, wel zeer inopportuun aan de vooravond van besprekingen over transfers. Het artikel noemt immers met name 'in de rede zou liggen een stringente beperking invoer tot allernoodzakelijkste minimum, een moratorium voor de bedrijfstransfers etc.'. Wanneer onze tegenspelers dergelijk materiaal, afkomstig van een gezaghebbend Nederlands financieel orgaan zelf, ter tafel kunnen brengen, wordt onze onderhandelingspositie wel zeer moeilijk. De Indonesiërs hebben er klaarblijkelijk belang bij om hun zorgwekkende financiële positie niet zo duidelijk te demonstreren en dit belang loopt in dit geval parallel aan het onze. Talma bewijst dus mijns inziens noch zijn broodheren noch Nederland door deze publicatie een dienst en ik moge dan ook suggereren, dat, bijvoorbeeld door intermediair ondernemersraad, de redactie van FD in overweging wordt gegeven dit zeer alarmerende artikel niet te plaatsen indien nog niet geschied.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1953. Zie ook recordnummer 2166.
Zie ook 374: Ministerraad
3673: Van Baal 121
6998: Schürmann 468
PDF transcriptie (10 KB)