Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 386

Nummer 386
Datum 9-7-1951
Soort notulen
Kenmerk Ministerraad
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s)
Ontvanger(s)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief van de Ministerraad en onderraden
Dossiernummer doos 395
Trefwoorden bankwezen
België, houding/positie van -
benoemingen
Garantiewet, zie ook ambtenarenzaken
Molukkers in Nederland, houding/positie van -
rechtspraak; zie ook APRA-arrestanten, (rechts)positie van -; Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van en NG, (rechts)positie gevangenen op -
Sjafruddin Prawiranegara (Masjumi), minister van Financiën '51, president van de Bank Indonesia '51-58, hoofd van de PRII
staatsburgerschaps-/warga negaraschapskwesties
Stichting Door De Eeuwen Trouw
Westerling, R./Westerlingaffaire(s)
Annotatie inleidende noot bij 3a: zie recordnummer 2410.

inleidende noot bij 3b:
Op 5 juli had Lamping onder no 124 aan Van Maarseveen geseind dat hij het ontwerp Garantiewet had overgelegd aan Sukiman die, ondanks het feit dat Schürmann de kwestie al eerder 'ten principale had aangebracht bij de Secretaris-General van Luar Negeri', van niets bleek te weten. Lamping legde toen Sukiman 'het hele geval' uit, 'maar Sukiman verklaarde terzake geen uitspraak te kunnen doen.- - - Om te voorkomen dat aan de zaak verder geen gevolg zou worden gegeven - dit is hier de gewone gang van zaken - vroeg ik Sukiman iemand aan te wijzen om de zaak af te handelen, mijnerzijds zou dan Van Hoogstraten met deze functionaris contact zoeken.' NA, archief Minkol., codetel. 1951, 3.

slotnoot bij 3b:
Op 1 juli seinde Götzen, 'mede namens Stikker' onder no 91 aan Lamping: 'Uw 124 werd in de Ministerraad besproken.
Aangezien door de Staten-Generaal meerdere malen op spoedige indiening van het wetsontwerp werd aangedrongen en openbaarmaking ervan geruime tijd avant het verstrijken van de optietermijn ultimo 1951 zeer gewenst is, is verdere vertraging in de afdoening moeilijk aanvaardbaar. Ter voorkoming van misverstand zij opgemerkt, dat het niet de bedoeling is met RI-instanties over de merites van het wetsontwerp overleg te plegen, doch uitsluitend om de bedoelingen die aan het wetsontwerp ten grondslag liggen aan de RI-Regering te verduidelijken en de reacties hierop aan mij kenbaar te maken.
Verzoeke telegrafisch bericht of naar Uw mening indiening bij de Tweede Kamer kan worden doorgezet ook indien een spoedige reactie RI-Regering uitblijft.' NA, archief Minkol., codetel. 1951, 6.
Zie ook 363: Ministerraad
387: Ministerraad
2030: Lamping 118
2410: Lamping 135
PDF transcriptie (12 KB)