Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 205

Nummer 205
Datum 10-7-1950
Soort notulen
Kenmerk Ministerraad
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s)
Ontvanger(s)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief van de Ministerraad en onderraden
Dossiernummer doos 394
Trefwoorden Alons, P.*
ambtenaren(zaken)
benoemingen
Commandant/do Nederlandse Rayons in Indonesië (CNRI)/afwikkelingscommando
Garantiewet, zie ook ambtenarenzaken
Hirschfeld, H.M.*
Hoge Commissariaat/Dipl. Vertegenwoordiging te Djakarta; zie ook: diplomatieke en consulaire vertegenwoordiging/vertegenwoordigers Nederland-Indonesië vanaf feb. '56
Koninklijk Nederlands-Indonesisch Leger (KNIL), liquidatie van het -
Koninklijke Landmacht (KL), afvoer van de -
Molukkenopstand/RMS, Republik Maluku Selatan
Molukse militaire (Aponno-)delegatie in Nederland '50-'51
Nederlanders in Indonesië, evacuatie/repatriëring/emigratie van -
NG, defensie van -
NG, infiltraties/infiltranten op -
NG, positie/houding Papoea's op -
NG-commissie/conferentie '50
Nikijuluw, J.P., vertegenwoordiger van de RMS in het buitenland
onderscheidingen/decoraties
ontslag/aftreden
Toet, C.D., generaal-majoor, plv. CGS/missie Toet-Pruys eid.'50
Unieconferentie/ministersconferentie november '50
wapen(s)/oorlogsmateriaal, -transacties/embargo op -/vergunningen voor - voor Indonesië
zelfbeschikkingsrecht
Annotatie noot bij notulen RAVI 6 en 13/7/50: in archief Ministerraad en onderraden, doos 636

slotnoot bij 3a: zie recordnummer 1475

inleidende noot sub 3b: zie recordnummer 1449.

slotnoot bij 3c: zie recordnummer 1543.

inleidende noot bij 3d: zie recordnummer 1127.

slotnoot bij 3d:
Op 11 juli seinde Van Maarseveen onder no 128 aan Hirschfeld dat het kabinet tot het besluit was gekomen, 'dat het u moet vrijlaten om op 1 augustus a.s. uw functie in Djakarta neer te leggen. U noemt in uw telegram 2 methoden, waarop u deze vrijheid kan worden gegeven. Indien de regering zou besluiten de aan het slot van uw telegram genoemde methode te volgen, zou zulks impliceren, dat u, ook al zouden dringende omstandigheden het ook in uw ogen wenselijk maken, dat u bepaalde door u persoonlijk behandelde aangelegenheden nog korte tijd voortzet, dit niet meer mogelijk zou zijn. - - - Daarom meent het kabinet de voorkeur te moeten geven aan het door u in de eerste plaats vermelde alternatief, waarbij u derhalve vrijheid wordt gegeven om per 1 augustus uw post met verlof te verlaten. Zij laat daarbij dan aan u over of de omstandigheden te uwent vertrek op de genoemde datum mogelijk maken. In het algemeen is ook de regering ervan overtuigd, dat evenals elders ook het Hoge Commissariaat enige tijd door een chargé d'affaires zal kunnen worden vervuld. De reden, dat zij aanvankelijk een beroep op u deed om uw verblijf nog korte tijd te verlengen, is, dat zowel in verband met de KNIL-zaken als met het vermoedelijk optreden van een nieuw kabinet te uwent in augustus kan worden verwacht, dat deze maand bijzondere problemen kan oproepen. In het algemeen wordt immers tijdelijke bezetting van grote posten door een chargé d'affaires zoveel mogelijk beperkt tot rustige perioden. Overeenkomstig uw verzoek zal de regering echter thans afzien van verder beroep op u, aan u overlatende op welke datum u uw functie aan Gieben als zaakgelastigde zult overdragen.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 13.
     In reactie hierop seinde Hischfeld op 29 juli onder no 320: 'Na overweging der situatie na de opheffing van het KNIL ben ik tot de conclusie gekomen, dat ik de ontwikkeling hier nog korte tijd moet aanzien, zodat ik mijn verlof nog niet op 1 augustus zal kunnen beginnen. Daarbij komt, dat het afleggen van afscheidsbezoeken, alsmede het voltooien van enig onderhanden werk tijd kost. Tenslotte leek het mij niet gewenst kort voor de nationale feestdag te vertrekken, omdat zulks ongetwijfeld hier een verkeerde indruk zal geven. Ik heb derhalve besloten op 18 augustus met verlof naar Nederland te komen en op die datum mijn functie door Gieben als zaakgelastigde te laten waarnemen. Ik heb Hatta met dit besluit in kennis gesteld, o.a. dat ik met u nog zou overleggen wanneer tot publicatie zou worden overgegaan. Waar het mij niet bekend is, wanneer u iets over Lamping wilt publiceren onthoud ik mij nog van enige publicatie.' - - -  NA, archief Minkol., codetel. 1950, 7.

inleidende noot bij 3f: zie recordnummer 1110.

inleidende noot bii 3g:
Op 5 juli had Van Waardenburg onder no 38 'in verband met het dreigende infiltratie- c.q. invasiegevaar' geseind 'naast uitbreiding van het politie-apparaat  waarbij bij de begroting rekening is gehouden, de volgende minimale desiderata bij de Nederlandse regering voor te [willen] brengen:
t.a.v. de landstrijdkrachten versterking met één ondersteuningscompagnie bestaande uit
A. 2 peletons zware mitrailleurs;
B. 1 peleton mortieren 3 inches;
C. 1 peleton anti-tank.
t.a.v. de zeestrijdkrachten spoedige stationnering, zo mogelijk avant 15 augustus, van 2 korvetten, 1 torpedobootjager, ter beschikking te stellen van landingsvaartuig nr. 105, alsmede uitbreiding van het aantal vliegtuigen met 3 Catalina's, als besproken met Stasmar.
Deze aanbevelingen hebben mijn volledige instemming. In dit verband moge ik nog wijzen op week appreciatie 69 van de CLG-Indonesië, waarin vermeld wordt dat Sungkono door Sukarno zal worden belast met coördinatie en leiding van de infiltratie- activiteiten en dat Sukarno zelf zeer nauw is betrokken bij de plannen voor Nieuw-Guinea, dat herhaaldelijk door hem werd aangeduid als "Indonesia Irredenta".'  NA, archief Minkol., codetel. 1950, 24.

slotnoot bij 3g:
Op 12 juli seinde Götzen onder no 132  aan Djakarta, met afschrift aan Hollandia, dat de ministerraad zich kon verenigen met het desbetreffende verzoek van Van Waardenburg en verzocht hij Hirschfeld de legercommandant  te laten seinen of gedeeltelijke formatie en uitrusting van de benodigde onderdelen uit het naar het KL overgaande Europese KNIL in Indonesië kon worden betrokken en of verscheping naar Nieuw-Guinea na 26 juli nog mogelijk was. NA, archief Minkol., codetel. 1950, 13.
      Op 3 aug. seinde Hirschfeld hierop onder no 339 aan Götzen: 'Over het behandelde onderwerp werden voor het vertrek van Buurman en Van Langen reeds besprekingen gevoerd, die nog niet tot conclusie leidden. Ik heb deze aangelegenheid thans met Alons en Scheffelaar besproken. Ik ben daarbij tot de conclusie gekomen dat het voorstel in Uw 132 politiek hier te lande niet uitvoerbaar is omdat na 26 Juli hier alleen afwikkelingscommando bestaat welk afwikkelingscommando zich m.i. niet kan bezig houden met het formeren en uitrusten van ondersteuningscompagnie voor NG. Afwikkelingscommando zou hierdoor politiek onherroeplijk gecompromitteerd. Indien deze zaak met RIS besproken zou worden, kan natuurlijk niet melding gemaakt worden van overwegingen in Uw 132. Ook indien dan andere argumenten gebezigd zouden, lijkt mij deze zaak ook dan niet gemakkelijk verkoopbaar.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 8.

slotnoot bij 3h: zie recordnummer 1552 e.v.
Zie ook 204: Ministerraad
206: Ministerraad
694: Ministerraad
1134: Hirschfeld 182
1475: Van Maarseveen 124
1543: Van Maarseveen 126
1552: Van Maarseveen 135
3527: Minuor NG no G 0807/EW
PDF transcriptie (23 KB)