Gegevens van record 207
Nummer | 207 |
---|---|
Datum | 6-2-1950 |
Soort | notulen |
Kenmerk | Ministerraad |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) | |
Ontvanger(s) | |
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming | |
Bewaarplaats | Nationaal Archief |
Bestand | archief van de Ministerraad en onderraden |
Dossiernummer | doos 394 |
Trefwoorden |
Korps (Corps/Regiment) Speciale Troepen (KST/RST) Nederlanders in Indonesië, evacuatie/repatriëring/emigratie van - Thiessen, J.* toelatings-/asiel-/uitwijzingsbeleid/reisdocumenten, Nederland voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Nederlandse Westerling, R./Westerlingaffaire(s) |
Annotatie |
noot bij 3a: Zie ook recordnummer 761. Op 7 feb. seinde Götzen,'mede [namens] Drees en Stikker' onder no 85 aan Hirschfeld: 'Bij onderzoek papieren Thiessen brief gevonden van Westerling, gedateerd 29 November, waarin deze verzoekt te trachten voor zijn actie financiële steun te krijgen, desnoods door renteloos voorschot en eveneens verkrijging van zoveel mogelijk automatische wapens. Op grond deviezenovertreding, waarvoor berechting zal moeten plaats hebben en op grond noodzakelijkheid justitieel onderzoek instellen, teneinde vaststellen of misdrijf ingevolge artikel 97a strafwetboek aanwezig is, wordt paspoort ingetrokken, zodat vertrek Indonesiëwaarts of Singaporewaarts onmogelijk. Wil RIS-Regering adviseren huiszoeking bij Thiessen doen teneinde eventuele bewijzen van belang voor onderzoek als hierboven vermeld in handen krijgen. Rum wordt ingelicht.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 11. Zie recordnummer 1887. Op 4 feb. had Hirschfeld onder no 131 aan Götzen geseind, mede bestemd voor minister en staatssecretaris van Oorlog: 'In het kader van de voorgenomen liquidatie van het Regiment Speciale Troepen, zoals vermeld in de telegram CLG GB 397 aan Staatssecretaris van Oorlog, achten de CLG en ik het in verband met gedane toezeggingen, deelneming aan de actie Westerling en de naam die het Corps dientengevolge gekregen heeft, noodzakelijk dat de leden van het RST die zich voor opzending naar Nederland hebben opgegeven (dus zowel Europeanen als niet-Europeanen) spoedigst derwaarts vertrekken voor zover niet betrokken bij de actie Westerling. Vooral ook het feit dat toezeggingen zijn gedaan maakt het practisch onmogelijk om inzake opzending naar Nederland onderscheid naar landaard te maken. Om die reden heb ik niettegenstaande het afwijzend standpunt van het Kabinet inzake opzending van Indonesisch KNIL, bekend gesteld in telegram SSVO GU 353 aan CLG, ermede ingestemd dat de nodige maatregelen reeds werden genomen en de betrokken militairen bereids werden ingelicht. Indien de hier bedoelde Indonesiërs inderdaad niet in de samenleving of het arbeidsproces hetzij in Nederland hetzij in de West opneembaar zouden blijken, zal, wanneer de scherpte der verhoudingen hier voor hen wat is afgesleten, terugzending mogelijk kunnen zijn. Van in bovenbedoeld telegram van de CLG aangekondigde 27 Indonesiërs zijn er enige gedeserteerd, zodat er tussen de 20 en 25 met gezinnen verwachtbaar zijn.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 2. |
Zie ook |
761:
Van Maarseveen 23
1887: Götzen 14 |
transcriptie (12 KB) |