Gegevens van record 212
Nummer | 212 |
---|---|
Datum | 21-8-1950 |
Soort | notulen |
Kenmerk | Ministerraad |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) | |
Ontvanger(s) | |
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming | |
Bewaarplaats | Nationaal Archief |
Bestand | archief van de Ministerraad en onderraden |
Dossiernummer | doos 394 |
Trefwoorden |
Australië, houding/positie van - handels(politieke) betrekkingen Nederland-Indonesië Indo-europeanen, positie - in Indonesië; zie ook Nederlanders in Indonesië etc.; NG, positie (Indische) Nederlanders op - Koninklijk Nederlands-Indonesisch Leger (KNIL), liquidatie van het - Koninklijke Landmacht (KL), afvoer van de - Kortenaer, Hr. Ms. leningen, Nederlandse garantie voor Indonesische - Molukkenopstand/RMS, Republik Maluku Selatan Natsir, M., minister-president van Indonesië 9/'50-4/'51 NG, (rechts)positie/houding gevangenen op - NG, bezoeken aan/missies naar - NG, defensie van - NG, grenskwesties NG, positie/houding Molukkers op - Radja Ampateilanden rechtspraak; zie ook APRA-arrestanten, (rechts)positie van -; Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van en NG, (rechts)positie gevangenen op - Rum, Moh. (Masjumi), hoge commissaris te Den Haag jan.-sept. '50; minister van Buitenlandse Zaken sept. 1950- april 1951; minister van Binnenlandse Zaken april 1952-juli 1953; eerste vice-premier maart 1956-maart 57 Spender, Sir Percy C., minister van Buitenlandse Zaken van Australië tot medio '51; ambassadeur van Australië te Washington Sukarno, redevoeringen/uitlatingen van - vlootbezoek/vlootbeweging/vlagvertoon Westerling, R./Westerlingaffaire(s) |
Annotatie |
slotnootbij 3a: Op 23 aug. berichtte Fock in zijn voor Drees bestemd memorandum no F. 235: 'De wnd. secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken belde mij op, dat de voorlichters van Buitenlandse Zaken (en Minuor en Oorlog) instructies vragen, wat zij moeten publiceren van regeringswege ten aanzien van de Westerlingaffaire in verband met het dreigement van de hier morgen aankomende heer Thiessen, dat hij, indien Westerling zal worden gearresteerd, "een boekje zou opendoen." Ik heb de heer Adriaanse als mijn mening gezegd dat ik deze vraag van voorlichtingszijde prematuur vind en dat ik geen enkele reden zie om de voorlichtingsorganen thans een volledig inzich in de Westerlingaffaire te geven. Deze drang om "alles te weten" en daardoor onmiddellijk te kunnen reageren op elke willekeurige vraag of opmerking van andere zijde gedaan, vind ik volkomen verkeerd. Ik heb de heer Adriaanse gezegd, dat aan de voorlichters moet worden medegedeeld, dat zij geen verdere inzage krijgen van stukken betreffende de Westerlingaffaire en dat, indien Thiessen of iemand anders hierover zgn. "onthullingen" gaan doen, zij zullen worden geïnstrueerd, of er reden is een verklaring van regeringszijde af te geven. Indien hen vragen van journalisten hierover mochten bereiken, zo zullen zij in eerste instantie moeten antwoorden, dat zij niet op de hoogte zijn, doch dat zij verdere gegevens zullen trachten te verkrijgen om eventuele vragen te beantwoorden. Ik zou gaarne, kan het zijn op korte termijn, vernemen of u zich hiermede kunt verenigen, zo niet, welke instructies dan aan de voorlichters waren te geven. De heer Adriaanse zou opdracht geven, dat de hiervoor uitgestipelde gedragslijn door de voorlichtingsdienst van de drie genoemde ministeries zal worden gevolgd.' Drees verklaarde zich 'accoord' met de door Fock uitgestippelde gedragslijn. slotnoot bij 3d: zie recordnummer 1558. inleidende noot bij 3.: zie recordnummer 1715. slotnoot bij tweede alinea van 3f: zie recordnummer 1748 slotnoot bij 3f: zie recordnummer 1753. noot bij 3g: In een memorandum dd. 26-8-1950 tekende Kwantes (DOA/IN) aan: 'In het gesprek dat min. Van Maarseveen dezer dagen met H.C. Rum had en waarbij o.m. de ambassadeursconferentie ter sprake kwam, maakte Rum zelf gewag van de rede Sukarno en gaf uiting aan zijn blijdschap, dat Moh. Natsir bij de aanvaarding van het formateurschap bedongen had, dat de President zich van eigenmachtig "redevoeren" zou onthouden. Bovendien maakte Rum melding van Min. Stikkers's uitlating op 17/8 t.a.v. de bijwoning van het tuinfeest. E.e.a. is naast de wetenschap, dat men in Indonesische leidende politieke kringen eveneens weinig gesticht is over Sukarno's optreden, voldoende aanleiding om een Nederlandse stap na te laten die er slechts toe kan leiden dat men het voor de President gaat opnemen. Van Ittersum plaatste hierbij de kanttekening: 'nota blijft achterwege'. Archief BZ, GS 1945-1954, no 491. slotnoot bij 3i: zie recordnummer 214 |
Zie ook |
210:
Ministerraad
213: Ministerraad 214: Ministerraad 1558: Van Waardenburg 118 1715: Hirschfeld 3 1748: Van Maarseveen 237 1998: Buza DOA 2118: Minuor 297 3416: Sukarno |
transcriptie (23 KB) |