Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 307

Nummer 307
Datum 5-3-1951
Soort notulen
Kenmerk Ministerraad
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s)
Ontvanger(s)
Plaats van opmaak
Plaats van bestemming
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief van de Ministerraad en onderraden
Dossiernummer doos 395
Trefwoorden Ariks, J. *
Hoge Commissariaat/Dipl. Vertegenwoordiging te Djakarta; zie ook: diplomatieke en consulaire vertegenwoordiging/vertegenwoordigers Nederland-Indonesië vanaf feb. '56
Molukkers in Nederland, kort geding tegen Staat der Nederlanden
Molukkers, KL (ex-)KNIL-militairen in rayons/doorgangskampen in Indonesië
Molukkers, overbrenging naar Nederland van -
onderscheidingen/decoraties
Annotatie inleidende noot bij 3a: zie recordnummers 299 en 1870.

inleidende noot bij 3b: zie recordnummer 1869.

slotnoot bij 3b:
Onder verwijzing naar Lampings onder recordnummer 1869 opgenomen telegram seinde Van Maarseveen hem op 7 maart onder no 493 o.m.: 'De opdracht door Van Waardenburg in overleg met Krijger, die voor korte tijd in NG verblijft, stemt overeen met de beslissing der regering. Op grond van de vereiste versobering is het strikt noodzakelijk de personele outillage van het kantoor van de vertegenwoordiger conform de opdracht van Van Waardenburg tot een skeleton-formatie terug te brengen. De bezwaren welke daartegen zouden kunnen worden aangevoerd lijken mij niet van voldoende gewicht tegenover de klemmende noodzaak van bezuiniging.
ad. 1. Aantrekking van lagere werkkrachten uit Indonesië heeft voorlopig het verzadegingspunt bereikt, zodat thans organisatie en consolidatie het eerst nodige is. Eventueel gebruiken door Indonesië als politiek strijdmiddel kan bezwaarlijk als argument worden aanvaard om met aantrekking voort te gaan.
ad. 2. Ook dit argument komt mij weinig klemmend voor. Immers is de huidige emigratiemogelijkheid naar NG uiterst beperkt, zodat het overgrote deel der Indo-Europese gemeenschap daarvan verstoken is, nog afgezien van de vraag of hulpverlening voor emigratie niet beschouwd moet worden als de specifieke taak van het HC en de commissariaten als rijksorganen.
ad. 3. Terzake moge verwezen worden naar Hirschfeld 198 v.j. en mijn 120 waarbij uitdrukkelijk is vastgelegd, dat ten behoeve van het gouvernement van NG een klein bureau zou worden gevestigd, belast met werkzaamheden, welke te Djakarta ten behoeve van materieel- en personeelsvoorziening voor NG moeten worden verricht. Ik voegde daaraan toe, dat de opzet van het bureau zeer bescheiden ware te houden, boven welke opzet de huidige formatie blijkbaar ver is uitgegroeid.' NA, archief Minkol., codetel. 1951, 5.
Zie ook 299: Ministerraad
318: Ministerraad
1869: Lamping 793
PDF transcriptie (12 KB)