Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 432

Nummer 432
Datum 7-1-1957
Soort notulen
Kenmerk Ministerraad
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s)
Ontvanger(s)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief van de Ministerraad en onderraden
Dossiernummer doos 405
Trefwoorden NG, bezoeken aan/missies naar -
pensioenen
pers/publieke opinie op Nieuw-Guinea
pers/publieke opinie, Amerikaanse
pers/publieke opinie, Indonesische
pers/publieke opinie, Nederlandse
Annotatie slotnoot bij 2d:
Op 12 jan. seinde Luns in reactie op het hier onder recordnummer 4461 opgenomen telegram Middelburg 1301 onder no 728 aan Djakarta: 'Uitnodiging Indonesische journalisten voor bezoek aan Nieuw-Guinea zoals voorgesteld in uw 1301 komt mij vooralsnog bepaald ongewenst voor. Rekening houdend met de ook door u beschreven Indonesische perscampagne over Nieuw-Guinea ingegeven door het welbekende Indonesische standpunt waarin geen wijziging verwachtbaar is kan moeilijk verwacht worden dat Indonesische journalisten objectieve rapportage over Nieuw-Guinea gepubliceerd zouden krijgen en dat hun berichten in commentaren anders dan ter bekrachtiging Indonesische standpunt zullen worden uitgelegd. Wel acht ik het van groot belang indien een correspondent van de New York Times Nieuw-Guinea zou bezoeken voor of op zijn laatst tijdens Nieuw-Guineabehandeling in VN. Uiteraard kunnen aan de New York Times correspondent alle faciliteiten in Hollandia worden gegeven. Ik laat hierover door Van Roijen New York Times polsen.'  Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1957.
      Hierop seinde Van Roijen op 19 jan. onder no 952 dat hoofdredacteur van de New York Times desgevraagd aan medewerker had gezegd dat 'in verband met gespannen internationale toestand alle goede correspondenten zwaar bezet; geen zin Djakarta correspondent naar Hollandia zenden, daar
1. hij niet gemist kan worden te Djakarta
2. hij na een eventueel kort bezoek aan Hollandia later in Djakarta wellicht moeilijkheden zou ontmoeten.
New York Times zou nimmer in Djakarta of Hollandia gebruik willen/kunnen  maken van Nederlandse correspondent; enige mogelijkheid zou zijn uit New York correspondent voor kort bezoek te zenden. Dit laatste zal in redactie worden besloten. Gunstige beslissing níet in vooruitzicht gesteld.' Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1957.
     In aansluiting op zijn hierboven aangehaald telegram 728 seinde Luns op 16 feb. 'wellicht ten overvloede' onder no 30 aan Hagenaar 'dat standpunt, zoals vermeld in mijn 728 onverminderd gehandhaafd blijft. Dit standpunt is eveneens door ministerraad ingenomen naar aanleiding van verzoek Rooy aan minister-president per brief van begin december 1956. Rooy refereerde in brief naar verlangen uitgesproken in Conferentie Zürich van september 1956 inzake bezoek Nederlandse en Indonesische journalisten aan Nieuw-Guinea. Ongewenstheid van dergelijke journalistieke bezoeken aan Nieuw-Guinea zal nog met Van Baal besproken worden tijdens diens bezoek aan Nederland eind februari.' T.a.p.
Zie ook 4461: Middelburg 1301
PDF transcriptie (11 KB)