Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 451

Nummer 451
Datum 8-8-1957
Soort notulen
Kenmerk Ministerraad
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s)
Ontvanger(s)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief van de Ministerraad en onderraden
Dossiernummer doos 406
Trefwoorden Amerika, militaire steun/wapenleveranties van - aan Indonesië
Italië, houding/positie van -
leningen, Nederlandse garantie voor Indonesische -
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
schuldenkwesties tussen Nederland en Indonesië; zie ook: leningen van Nederland aan Indonesië
Annotatie noot bij 3e, tweede alinea: zie recordnummer 6030 e.v.

noot bij 3e, derde alinea: zie recordnummer 6026 e.v.

noot bij 3e, vierde alinea: zie recordnummer 6028 e.v.

noot bij 3e, vijfde alinea:
Op 18 juli had Buitenlandse Zaken onder no Celer 219 aan Washington geseind: 'Bij u in afschrift toegezonden brief van 21 februari 1957 afdeling IOR no 6-13595 [is] aan Indonesië toegestaan met Amerikaanse regering te onderhandelen over land lease zilver, voorzover betreft gedeelte dat Indonesië verplicht is bij te dragen in de teruglevering door Nederland aan Amerika. Tot dusverre heeft Indonesië nog op generlei wijze doen blijken zilververplichting jegens Nederland na te komen of te zullen nakomen. In verband hiermede zou Nederlandse regering gaarne zien dat voor teruglevering van evenbedoeld gedeelte verder uitstel dan tot ultimo december 1957 van de Amerikaanse regering wordt verkregen. Verzoeke uw mening over de kansen die een verzoek om verder uitstel biedt. Daarbij gelieve u mede in aanmerking te nemen of stap van Indonesië bij de Amerikanen om ontheven te worden van meerbedoelde verplichting enige kans van slagen maakt niettegenstaande bekende Amerikaanse standpunt inzake dit zilver alleen met Nederland bemoeienis te hebben. Is een stap bij de Amerikaanse regering volgens uw inlichtingen door Indonesië al gedaan.' Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1957.
      Hierop had Van Voorst op 24 juli onder no 429 teruggeseind: 'Amerikaanse regering houdt vast aan datum 31 december 1957; eerst wanneer  wij een verzoek tot verder uitstel meer kunnen concretiseren wat betreft een eventuele bereidheid van Indonesië zal mijns inziens geen enkele kans van slagen hebben; zij werd tot heden niet ondernomen.'  Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1957.
         Onder verwijzing naar Van Voorst 429 seinde Luns daarop onder no 235 de diplomatieke vertegenwoordiger te Djakarta opdracht gegeven te hebben bij de Indonesische regering stappen te ondernemen teneinde uitsluitsel te verkrijgen omtrent de al of niet bereidheid van Indonesië de zilververplichting jegens Nederland na te komen.' Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1957.
       Op een vraag van Hagenaar uit Djakarta seinde Luns op 26 aug. onder no 273 vervolgens aan Washington: 'Zo mogelijk zou ik gaarne vernemen of Indonesië de kwestie van het pachtzilver heeft opgenomen met Treasury en hoe de Amerikanen hebben gereageerd. Voor de goede orde wijs ik erop, dat wij in onze nota aan de Indonesiërs hebben gesteld dat "de Amerikaanse regering mededeling (verlangt) wanneer mag worden verwacht dat Indonesië aan zijn zilververplichtingen zal voldoen", daarbij doelend op de informatie - - - dat een nieuw verzoek om verlenging leveringstermijn door Amerikaanse regering slechts in overweging zou kunnen worden genomen wanneer meer geconcretiseerd zou kunnen worden de eventuele bereidheid van Indonesië de zilververplichting aan Nederland na te komen.' Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1957.
      Hierop antwoordde Van Roijen op 27 aug. onder no 572: 'Bij lend lease zilver betrokken ambtenaar van State Department heeft noch bij Indonesische Desk op State, noch na uitvoerige informaties bij Treasury iets kunnen vinden dat wijst op een contact opnemen van Indonesië met de Amerikaanse regering over lend lease zilver. Er is geen voorstel of verzoek, zelfs om inlichtingen, binnengekomen en een gesprek hetwelk minister Slamet ongeveer 3 weken geleden op de Treasury had behandelde een ander onderwerp. - - -Treasury beschouwt het niet als een "pending matter". Geheel vertrouweliijk wordt toegevoegd dat een eventueel verzoek "would not be regarded favorably". Zegsman deelt mede dat US Mint op voortzetting terugleveringen aandringt' - - - .  Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1957. Zie recordnummer 458.

noot bij de laatste alinea:
Op 10 aug. deelde Luns onder no 259 telegrafisch aan Van Roijen mede, dat de Nederlandse regering ontstemd was over 'onbehoorlijke houding Amerikaanse marine bij ramp van Neutron. Daar aanvankelijk gemeend werd dat wrak op ongeveer 200 meter lag en slechts Amerikaanse en Britse marines over materiaal tot berging op zulk een diepte beschikken werd beroep op beide marines gedaan. Britse marine onmiddellijk bereid materiaal af te geven doch Amerikaanse marine weigerde omdat, naar ambtgenoot [Staf] vermoedt, ongeluk in wateren van Nederlands Nieuw-Guinea plaats vond. Daar wrak later bleek dieper te liggen was hulpverlening door Britse marine tenslotte niet mogelijk doch wrange nasmaak over Amerikaanse onwelwillendheid die niet strookt met normale, laat staan  bondgenootschappelijke, betrekkingen blijft. U kunt, wanneer u zulks nuttig acht, van bovenstaande kennis doen blijken. Gaarne bericht indien u aanwijzingen krijgt dat State Departments adviezen terzake een rol hebben gespeeld, hetgeen ik niet uitsluit. Lijkt het u een goede gedachte indien ik gang van zaken zou doen lekken naar Nederlandse pers?'  Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1957.
Zie ook 441: Ministerraad
447: Ministerraad
454: Ministerraad
458: Ministerraad
6026: Luns 223
6028: Luns 237
6030: Van Voorst 522
6060: Van Roijen 683; van Roijen 690
PDF transcriptie (11 KB)