Gegevens van record 576
Nummer | 576 |
---|---|
Datum | 2-12-1960 |
Soort | notulen |
Kenmerk | Ministerraad |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) | |
Ontvanger(s) | |
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming | |
Bewaarplaats | Nationaal Archief |
Bestand | archief van de Ministerraad en onderraden |
Dossiernummer | doos 619 |
Trefwoorden |
Abdul Rachman,Tengku, minister-president van Malakka Amerika, houding/positie van - arbitrage/bemiddeling/geschillenregeling/goede diensten Canada, houding/positie van - Jones, H. Palfrey, (acting) Assistent Secretary for Far Eastern Affairs St. Dept., ambassadeur van de VS te Djakarta '58 - '65 NG, infiltraties/infiltranten op - NG, positie/houding Papoea's op - NG, trustschap over -; zie ook NG, internationalisatie bestuur van - pers/publieke opinie, Indonesische Subandrio* Verenigd Koninkrijk, houding/positie van - zelfbeschikkingsrecht |
Annotatie |
noot bij de slotzinnen: Zie ook recordnummer 7614. Op 1 dec. had Luns onder no 448 aan Van Roijen geseind: 'Young deelde mij mede, dat enige dagen geleden duidelijke instructies aan Jones te Djakarta zijn uitgegaan, waarin hem wordt opgedragen Indonesische regering te benaderen en naar aanleiding van de een tiental dagen geleden bekend geworden infiltratiepogingen uitdrukking te geven aan "grave concern" Amerikaanse regering over deze agressieve daad van Indonesië. Daarbij had Jones opdracht gekregen om zeer duidelijk te maken dat, mocht Indonesië militair tegen Nederland in de Pacific gaan optreden, "the United States of America won't stand for it". Mogelijkheid van zeer ernstige ontwikkelingen tussen Indonesië "en andere westerse landen" was alsdan niet uitgesloten. De ambassadeur zei mij nog zelden zulke duidelijke taal in een opdracht terzake van het State Department te hebben gelezen. Ik heb uiteraard Young ten zeerste bedankt voor terzake door Amerikaanse regering ontplooide activiteiten.' - - - Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1960. Hierop seinde Van Roijen op 9 dec. onder no 853 aan Luns o.m.: 'Toen ik het gesprek bracht op de jongste infiltraties vertelde Parsons dat Jones opdracht had ontvangen om bij de Indonesiërs daarnaar te informeren. Bij die gelegenheid was door de Indonesiërs op vage wijze elke verantwoordelijkheid voor de infiltratie ontkend. Dit antwoord had volgens Parsons noch hemzelf noch anderen op het State Department geheel kunnen bevredigen. Het is mijn indruk dat Parsons hier doelde op de demarche van Jones waarvan Young u in kennis stelde blijkens uw 448. Voor wat betreft het verschil in weergave van deze stap moge ik mij van commentaar onthouden.' Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1960. |
Zie ook |
575:
Ministerraad
577: Ministerraad 7614: Celer 441 |
transcriptie (10 KB) |