Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 1858

Nummer 1858
Datum 18-10-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Von Balluseck 94
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Balluseck, D.J. von (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak New York
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 21
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Australië, houding/positie van -
België, houding/positie van -
Gruben, Hervé baron de, directeur Politieke Zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken van België
Lange, H., minister van Buitenlandse Zaken van Noorwegen
Molukken, Zuid-Molukken, Ambon
Molukkenopstand/RMS, Republik Maluku Selatan
Noorwegen, houding/positie van -
Palar, N.L., vertegenwoordiger van Indonesië bij de VN '50-'52; ambassadeur te New Delhi '52-'56
Scott, Sir Robert H., Brits gezant te Washington; na 1955 Commissioner General for Southeast Asia te Singapore
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
Verenigde Naties, UNCI/Milobs
Verenigde Naties, Veiligheidsraad van de -
Annotatie slotnoot:
Onder verwijzing naar zijn hier in de annotatie van recordnummer 1487 opgenomen telegram no 38 seinde Harinxma op 19 okt. onder no 40 vanuit Brussel, dat 'de Regering van België de door de UNCI aangegeven methode om de kwestie Ambon op te lossen de beste [achtte] en instructie [had] gezonden aan New York om, waar mogelijk in gematigde termen het voorstel van de UNCI te steunen. Nu blijkt, dat Austin niet bereid is het rapport van de UNCI op de agenda te zetten, kon zulks natuurlijk door een ander land gevraagd worden en Gruben wenste te weten wat onze gedachte erover was, waarop van Uw 21 aan Oslo mededeling werd gedaan. Voorts deelde Gruben mede, dat de VS niet zelfstandig te Djakarta wilden interveniëren, aangezien Rum had verklaard, dat toegeven aan de interventie de val van het kabinet zou medebrengen en dan de gehele RTC-overeenkomst gevaar zou lopen. Gruben zag, waar de behandeling van de affaire Ambon in de VR door overwegingen van algemene politiek wordt belemmerd, na onze stap te Oslo weinig mogelijkheden open.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 20.

Op 19 okt. seinde Blom onder no 324 aan Washington (200 aan New York) dat telegrammen uit Oslo en Canberra omtrent Ambonkwestie 'wijzen op verwachting van afwijzende houding van State Department en toenemende aarzeling van Canberra om UNCI-rapport inzake Ambon in VR te behandelen. Minister Buitenlandse zaken Noorwegen acht het in beginsel onjuist dat UNCI-rapport niet in VR zou worden behandeld, doch kan niet zonder meer voldoen aan Nederlands verzoek om behandeling van rapport te stimuleren. Noors vertegenwoordiger bij VN zal eerst informeren naar juiste redenen van voorzitter Austins weigering. Minister Lange's eigen indruk, gebaseerd op gesprek met Acheson is, dat Amerika mogelijkheid van toenadering tot Rusland ziet en deze ontwikkeling op generlei wijze in gevaar wil brengen. Australië's External Affairs schijnt nog verdeeld met sterke tendens om UNCI-rapport niet in VR te behandelen.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 23.
      Op 20 okt. seinde Michiels onder no 148 uit Londen dat Scott verklaard had, 'dat behandeling Ambonzaak in Veiligheidsraad te betreuren zou zijn, daar ten eerste de Nederlands-Indonesische tegenstelling dan weer in het openbaar werd onderstreept en anderzijds gevaar bestond, dat Indonesische Regering, die toch al niet sterk stond, tot aftreden zou worden genoopt. In dat geval was het welhaast onvermijdelijk, dat een extreem linkse Regering zou worden geformeerd, hetgeen aan specifiek Nederlandse belangen niet ten goede zou komen. Over het algemeen werd indruk verkregen, dat men hier het tot dusver gevolgde beleid inzake Ambon moeilijk volgt.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 21.
Zie ook 239: Ministerraad
1487: Blom 173
1859: Von Balluseck 95
PDF transcriptie (10 KB)