Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 779

Nummer 779
Datum 2-2-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Götzen 75
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Götzen, L. (info)
Ontvanger(s) Hirschfeld, H.M. (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Djakarta
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 11
Trefwoorden deelstaten/federatie/VSI, opheffing van de -
desertie/deserteurs
Nederlandse Militaire Missie (NMM) in/Nederlandse militaire steun aan Indonesië
parlement, Nederlandse -
Westerling, R./Westerlingaffaire(s)
Annotatie slotnoot:
In reactie op dit telegram seinde Hirschfeld op 4 feb. onder no 128 aan 'Götzen persoonlijk, mede voor Drees en Stikker': 'Voor de goede orde bevestig ik dat ik geheel instem met Drees 4 [in annotie bij no 22] dat het meest aansloot bij mijn 118. Daarom kan ik accoord gaan met de strekking van Uw 75. Wat betreft de discussie in de Indonesische Commissie in de Tweede Kamer zou ik echter nog willen opmerken dat men de gebeurtenis te Bandung op 23 Januari niet mag onderschatten. Het is inderdaad moeilijk werkelijk betrouwbare indrukken te krijgen. Uit verschillende inlichtingen blijkt mij meer en meer dat het aandeel der deserteurs in de actie op 23 Januari aanzienlijk groter was dan gedacht werd. Aanvankelijk was sprake van 800 man die Bandung binnendrongen, waaronder eerst 200 en later 330 deserteurs. Mijn indruk is dat het cijfer van 330 deserteurs wel juist is doch dat de troep aanzienlijk minder dan 800 man bedroeg en dat het optreden dus voor een veel hoger percentage aan de deserteurs is toe te schrijven. Mijn indruk is dat dit nog niet tot de RIS is doorgedrongen. Van ooggetuigen verneem ik meer en meer dat in Bandung binnengedrongen bende brute moord heeft gepleegd op vluchtende TNI-mannen die hun uniformen uittrokken. Herhaling van een soortgelijk geval zou een bloedbad onder de Europeanen kunnen betekenen. Derhalve is het uiterst moeilijk te beoordelen wanneer lijf en goed van Nederlanders in gevaar komt. In zoverre heb ik het gevoel dat de Kamerleden de zaak wellicht iets te simplistisch bekijken. Het verlenen van bijstand voor acties welke tot gevolg zouden kunnen hebben liquidatie van de Federale structuur van de RIS zou vanzelfsprekend noch bij mij noch bij de legerleiding opkomen. Een en ander neemt niet weg dat de Federale structuur innerlijk nog aanzienlijk zwakker is dan wij ons vroeger hebben voorgesteld.
De in Uw telegram genoemde punten hebben mijn dagelijkse aandacht.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 2.

'Ter voorkoming van misverstand' seinde Götzen op 8 feb. onder no 89, dat zijn tel. no 75 'uitsluitend betrekking heeft op de procedure en niet bedoelt voor te bereiden op terughoudendheid bij het verlenen van bijstand van defensieve aard zoals de bescherming van steden, indien deze nodig zou blijken. Wij rekenen erop, dat het legercommando door voortdurende geëigende voorlichting van hoog tot laag zal kunnen bereiken dat daarvoor onvoorwaardelijk op de troep kan worden gerekend, aangezien hiermee zeer voorname landsbelangen zijn gemoeid en de Regering mag eisen voor de behartiging daarvan op de gewapende macht te kunnen rekenen. NA, archief Minkol., codetel. 1950, 11.
Zie ook 22: Ministerraad
706: Hirschfeld 100
717: Hirschfeld 118
PDF transcriptie (10 KB)