Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 832

Nummer 832
Datum 2-1-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Stikker 268
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Stikker, D.U. (info)
Ontvanger(s) Beus, J.G. de (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Djakarta
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1950
Dossiernummer
Trefwoorden buitenlandse betrekkingen, samenwerking Nederland-Indonesiƫ m.b.t. de -
China, Chinezen, houding/positie van -
Formosa/Nationalistisch China/Taiwan, -kwestie
Annotatie noot bij tel. no Dirvo 365: in 'OfficiĆ«le Bescheiden betreffende de Nederlands-Indonesische betrekkingen 1945-1950, deel  XX, no 390 noot 4.

slotnoot:
Op 6 jan. antwoordde De Beus onder no Dirvo 374: 'Uw 268 besprak ik heden met Hatta, die zich accoord verklaarde met gedragslijn uitgestippeld in Uw 257. De RIS zal derhalve bij het rondzenden van brieven aan alle regeringen waarin zij de vestiging van de nieuwe staat aankondigt en om erkenning vraagt, een gelijksoortige richten tot de Regering van de Volksrepubliek China. Mocht deze hierop met erkenning antwoorden, dan zou wederzijdse erkenning hebben plaatsgevonden. Mocht zulks niet geschieden, dan zou Nederland zich bereid verklaren de comm. Regering te erkennen, doch zeggen eerst zekerheid te willen hebben dat deze de RIS zou erkennen en niet tegen derzelver candidatuur in de UNO zou stemmen.
Hatta zei overigens terzake in een onaangename positie te verkeren, daar de Nationale Regering van stonde af aan de RIS had erkend en uitdrukkelijk had verzocht in ieder geval 6 maanden te wachten met erkenning van de Communistische Regering. Tsiang had hier te Lake Success aan toegevoegd, dat hij doende was een op socialistische en liberale elementen gebaseerde derde Chinese partij te vormen.
Hatta vroeg welke verwachtingen ik koesterde ten aanzien van Chinese gemeenschap alhier, waarop ik antwoordde, dat men naar ik vrees er rekening mee moest houden, dat deze in steeds grotere mate vrijwillig of onvrijwillig voertuig van het communisme zou worden.
In verband met het bovenstaande verzoekt HC mij U erop te wijzen, dat naar zijn mening het voordeel hetwelk voor de niet zeer uitgebreide Ned. economische belangen in China te verwachten valt van erkenning der communistische Regering, zijns inziens niet opweegt tegen grote nadelen van vestiging van een Chinese communistische Ambassade en Consulaten hier te lande en dat hij zich daarom afvraagt, mede verband met de weinig enthousiaste houding van de RIS terzake, of wij wel verstandig doen in deze aangelegenheid ons zo nauw bij Engelse standpunt aan te sluiten.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1950.
Zie ook 842: Celer 315
PDF transcriptie (9 KB)