Gegevens van record 835
Nummer | 835 |
---|---|
Datum | 7-1-1950 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Stikker 281 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Drees, W.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Hirschfeld, H.M.
(info)
|
Plaats van opmaak |
Den Haag |
Plaats van bestemming |
Djakarta |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1950 |
Dossiernummer | |
Trefwoorden |
Westerling, R./Westerlingaffaire(s) |
Annotatie |
slotnoot: Op 8 jan. vervolgde Stikker onder no 283 mede namens Drees en Fockema Andreae: 'Hier is overwogen of aan ontbreken bevoegdheid optreden van Nederlandse zijde tegen Westerling zou kunnen worden tegemoetgekomen door hem met medewerking van de RIS wederom in werkelijke dienst op te roepen. Indien conclusie, dat zulks uitvoerbaar, gelieve U onmiddellijk tot bedoelde oproeping te laten overgaan.' T.a.p. Op 16 jan. antwoordde Hirschfeld bij tel. no 79: 'Na overleg met Buurman van Vreeden deel ik U mede, dat er geen bepalingen bekend zijn volgens welke Westerling rechtens onder de huidige omstandigheden en verhoudingen in werkelijke dienst kan worden opgeroepen. Indien een dergelijke oproep echter wel mogelijk zou zijn, zouden daaraan nog alle mogelijke practische complicaties verbonden zijn, omdat met de grootste waarschijnlijkheid valt aan te nemen dat Westerling aan dergelijke oproep geen gevolg zal geven. Alsdan zouden militaire maatregelen tegen hem alleen kunnen worden genomen na overleg met en instemming van de RIS. Een dergelijke situatie zou ik ongewenst achten, omdat ik er de voorkeur aan geef, dat de RIS zich tot Nederland zou moeten wenden om bijstand, indien zij de situatie niet meer meester zou kunnen worden. Ik meen derhalve dat de in Uw 283 gestelde vraag ontkennend moet worden beantwoord. NA, archief Minkol. codetel. 1950, 1. |
Zie ook |
22:
Ministerraad
674: Hirschfeld 36 682: Hirschfeld 47 |
transcriptie (9 KB) |