Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 863

Nummer 863
Datum 8-3-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hirschfeld 265
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hirschfeld, H.M. (info)
Ontvanger(s) Maarseveen, J.H. van (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 3
Trefwoorden ambtenaren(zaken)
NG, bestuurlijk
NG, positie/houding Indonesiërs op -
staatsburgerschaps-/warga negaraschapskwesties
Suparmo, minister zonder portefeuille van Indonesië
Annotatie inleidende noot:
Op 1 maart had Hirschfeld onder tel. no 238 het resultaat van de besprekingen van minister Suparmo van de 'Irian Commissie der RIS' met Van Waardenburg, als volgt uiteengezet:
1.  De op het tijdstip van de Souvereiniteitsoverdracht in Nieuw-Guinea bescheiden landsdienaren van Indonesië worden geacht in dienst van het gouvernement Nieuw-Guinea te zijn overgegaan.
2.  Als gevolg van het gestelde sub 1 wordt geconstateerd, dat het doen ondertekenen van een bereidverklaring om in dienst van het gouvernement Nieuw-Guinea te treden, moet worden geacht ten onrechte te zijn geschied.
3.  Ambtenaren die de sub 2 bedoelde verklaring geweigerd hebben te tekenen, worden geacht nog steeds in dienst van het gouvernement Nieuw-Guinea te zijn.
4.  De salarissen, welke aan deze ambtenaren verschuldigd zijn, zullen worden betaald - - -.
5.  De door de regering van de RIS gemaakte extra kosten ten behoeve van het opvangen van ambtenaren, welke naar gebied van RIS vertrokken zullen binnen redelijke grenzen door het gouvernement  Nieuw-Guinea worden vergoed.
6.  Van hen, die het dienstverband met gouvernement Nieuw-Guinea niet wensen te continueren, zal een daartoe strekkende schriftelijke verklaring worden gevraagd, waarna zij overeenkomstig hun verzoek uit dienst zullen worden ontslagen; zonodig met medewerking van RIS-autoriteiten zal hun worden voorgehouden, dat zulk een ontslag volgens geldende bepalingen verlies van inkomsten en pensioenvooruitzichten meebrengt.
7.  Ten aanzien van hen, die in dienst blijven van gouvernement Nieuw-Guinea, behoudt dit gouvernement zich het recht voor van selectie, zulks met inachtneming van de bestaande pensioens- en wachtgeldregeling.'
Hirschfeld had hier o.m. aan toegevoegd;
'M.i. kan met het vorenvermelde met betrekking tot het in 's lands dienst zijnde personeel bereikte resultaat gevoeglijk worden ingestemd. Nu de RTC-overeenkomsten geen uitsluitsel geven over deze ambtenarenkwestie - - - zijn weliswaar omtrent de op Nieuw-Guinea bescheiden ambtenaren verschillende opvattingen verdedigbaar, doch nu van de zijde van de RIS wordt ingestemd met de constructie dat deze ambtenaren worden geacht automatisch in dienst van de nieuwe Rechtspersoon Nieuw-Guinea te zijn overgegaan verdient het, teneinde een goedsluitend geheel te krijgen, naar mijn mening aanbeveling om de terzake te treffen overeenkomst zoveel mogelijk een spiegelbeld te doen zijn van de RTC -overeenkomst betreffende in dienst van RIS overgaande ambtenaren.' NA, archief Minkol. codetel. 1950, 3.

slotnoot
Onder verwijzing naar dit telegram seinde Van Maarseveen op 15 maart onder no 170 o.m.: 'Met het eerste punt kan ik instemmen.
Het tweede kan ik moeilijk beoordelen omdat de tekst van de bereidverklaring nog altijd niet in mijn bezit is. Aanvankelijk zou ik menen, dat uit het onder punt 1 gestelde moest voortvloeien, dat indien de betrokken ambtenaren bereid waren in dienst van het Gouvernement te blijven zij geen redelijk bezwaar konden maken om dit schriftelijk te verklaren. Wat punt 3 betreft lijkt het mij toe dat ambtenaren, die weigeren de verklaring te tekenen en naar elders vertrokken, omdat zij ook weigerden dienst te doen, zelfs het dienstverband verbroken hebben, althans geen recht hebben op salaris zolang zij de dienst niet hervat hebben en niet in redelijkheid aanspraak kunnen maken op vergoeding van door een verkeerd gedrag hunnerzijds veroorzaakte kosten. In verband met de ingewikkeldheid van deze zaak zou ik deze gaarne mondelijk met U en Van Waardenburg in Djakarta bespreken.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 12. Zie recordnummer 907.
Zie ook 892: Hirschfeld 297
907: Hirschfeld 326
PDF afbeelding (141 KB)