Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 1223

Nummer 1223
Datum 19-12-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 673
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Maarseveen, J.H. van (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 10
Trefwoorden bedrij(fsle)ven, houding/positie van het -
boycot
Cochran, H.M., ambassadeur van de VS te Djakarta '49-'53
Corps Diplomatique Djakarta
Gauquie, M., ambassadeur van Frankrijk te Djakarta
kabinet/-scrises/-sformaties, Indonesische -
Kermode, Sir Derwent W., Brits ambassadeur te Djakarta
Nederlanders in Indonesië, houding/(veiligheids)positie van -
NG-commissie/conferentie '50
Rum, Moh. (Masjumi), hoge commissaris te Den Haag jan.-sept. '50; minister van Buitenlandse Zaken sept. 1950- april 1951; minister van Binnenlandse Zaken april 1952-juli 1953; eerste vice-premier maart 1956-maart 57
Stirling, A.T. ambassadeur van Australië in Den Haag, '50 - '54
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
Verenigde Naties, algemeen; zie ook: Nieuw-Guineakwestie, onderhandelingen over - tussen Nederland en Indonesië onder auspiciën van de SG van de Verenigde Naties en NG, trustschap over
Annotatie inleidende noot  tweede alinea:
Op 15 dec. had Lamping onder no 208 desgevraagd aan Stikker geseind dat de Britse ambassade  'begin oktober - - - een algemeen memorandum over de onveiligheid op Britse ondernemingen en onwettige occupatie van Engelse ondernemingsproducten door bevolking' had ingediend en dat vervolgens begin november de Britse ambassadeur een bezoek aan Natsir had gebracht. 'Met deze had Kermode toen een gesprek van 2 uur, waarin ernstige moeilijkheden voor het Engelse bedrijfsleven in Indonesië uiteengezet werden. Hem werd daarbij door Natsir verzekerd, dat de Indonesische regering ten volle van de hoogst onbevredigende situatie op de hoogte is en alles in het werk zal stellen om daarin zo spoedig mogelijk verbetering te brengen. Daarbij werden uitdrukkelijk op korte termijn stappen ter verzekering van de openbare veiligheid in uitzicht gesteld. Kermode, die overigens niet meer succes had dan verwacht werd, vond gedane toezeggingen bevredigend en besloot verder afwachtende houding aan te nemen. Als commentaar dezerzijds voeg ik nog hieraan toe, dat de Engelsen dus even ver zijn als wij, zij het dat hun belangen natuurlijk belangrijk kleiner zijn en zij niet politieke moeilijkheden hebben, die wij nog steeds in zo ernstige mate ondervinden. De Britse ambassade volgt dezelfde tactiek als het HC met dit verschil, dat onze stappen veelvuldiger zijn en niet allen bij Luar Negeri (Natsir is momenteel wnd. minister Buitenlandse Zaken) worden ondernomen, doch bij voorkomende gelegenheid ook andere ministers, zij het dan meer informeel, hierin worden betrokken. Ook op de Unieconferentie is zulks geschied. Zowel voor de Britten als voor ons zal zeer veel afhangen van het resultaat van de aangekondigde pogingen om het gezagsapparaat te versterken en het bendewezen met kracht te lijf gaan, waarbij het geringe succes van de aanmeldings- en wapeninleveringscampagne tot pessimisme stemt, nog helemaal afgezien van de ernstige complicaties, welke het Iriangeschil voor ons kan hebben.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1950.
Zie ook 1749: Lamping 213
PDF afbeelding (731 KB)