Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 1253

Nummer 1253
Datum 30-12-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 693
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Maarseveen, J.H. van (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 10
Trefwoorden Indonesië, politieke/bestuurlijke aangelegenheden in -
Makassar-affaire(s) 1950
Masjumi, Madjelis Sjura Moslimin Indonesia
Natsir, M., minister-president van Indonesië 9/'50-4/'51
Nederlanders in Indonesië, houding/(veiligheids)positie van -
NG-commissie/conferentie '50
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
Parkindo, Partai Kristen Indonesia
Partai Murba
pers/publieke opinie, Indonesische
PNI, Partai Nasional Indonesia
PRN, Partai Rakjat Nasional
Rum, Moh. (Masjumi), hoge commissaris te Den Haag jan.-sept. '50; minister van Buitenlandse Zaken sept. 1950- april 1951; minister van Binnenlandse Zaken april 1952-juli 1953; eerste vice-premier maart 1956-maart 57
stakingen
Sukarno, redevoeringen/uitlatingen van -
Sukiman Wirjosandjojo, leider van de Masjumi
Verenigde Naties, UNCI/Milobs
Annotatie slotnoot:
Eveneens op 30 dec. seinde Lamping onder no 218 aan Buitenlandse Zaken, dat volgens Antara 'Sukiman, algemeen voorzitter van de Masjumi , [verklaard had] dat naar zijn mening de Indonesisch-Nederlandse samenwerking in Unieverband beter beëindigd zou kunnen worden. Dit betekent echter niet annuleren van de RTC-overeenkomst, welke hij overigens als inhoudsloos beschouwde. Na het verbreken van de Unie zal de samenwerking op normale internationale basis kunnen geschieden. Hij gaf verder te kennen, dat het opzeggen van de Unie een warme ontvangst in den lande zou genieten, want zowel uit politiek als uit psychologisch oogpunt wenst het volk geen samenwerking zoals thans, waarbij als het ware de Koningin boven de President gesteld is. Deze kwestie zal nader worden besproken in het eind januari aanstaande te houden Masjumicongres. Van eventuele inmenging van de UNO kan, aldus Sukiman, geen voordeel voor Indonesië worden verwacht. Ik teken hierbij aan, dat bovenstaande uiteenzetting voorlopig als persoonlijke opvatting van Sukiman moet worden beschouwd. De Masjumi heeft zijn standpunt nog niet bepaald. Daarbij zullen de meningen van Natsir en Rum, die zich nog niet hebben uitgesproken, veel zwaarder wegen dan die van Sukiman.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 17.
Zie ook
PDF afbeelding (498 KB)