Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 1291

Nummer 1291
Datum 3-10-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping SP 29
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Maarseveen, J.H. van (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 16
Trefwoorden Drees, W.*
Leimena-missie naar Ambon
Molukken, Zuid-Molukken, Ambon
Molukkenopstand/RMS, Republik Maluku Selatan
Natsir, M., minister-president van Indonesië 9/'50-4/'51
Verenigde Naties, UNCI/Milobs
Verenigde Naties, Veiligheidsraad van de -
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, overige landen
Annotatie slotnoot:
In reactie op dit telegram seinde Stikker eveneens op 3 okt. onder no 170, dat tegen publicatie van de betreffende correspondentie door de UNCI geen bezwaar bestond. 'Begrijpen wij goed, dat, indien UNCI tot publicatie besluit, daarbij zal zijn inbegrepen het thans nog bij haar in overweging zijnde antwoord aan RI? 'In dat geval, aldus Stikker 'kunt U wellicht een voorbehoud maken betreffende de nog onbekende inhoud van dat nog te verzenden antwoord.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1950.
     In aansluiting hierop seinde Van Maarseveen onder no 314 aan Lamping dat 'ook al zou van een poging van de UNCI om een wapenstilstand te bewerkstelligen weinig te verwachten zijn, het toch in elk geval nuttig [zou zijn] dat UNCI deze poging doet, omdat ze samenvalt met een beroep dat Drees persoonlijk op Natsir doet. - - - Aan deze oproep zal hier te lande publicatie worden gegeven.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 5.
     Het 'beroep' van Drees op Natsir luidde als volgt:
'Met grote verontrusting nam de Nederlandse regering kennis van de militaire actie, welke door de regering van de  Republiek Indonesië tegen Ambon is ingezet.
De teleurstelling over dit bericht was te groter, omdat tot op het laatste ogenblik niet slechts de hoop, maar ook de verwachting mocht worden gekoesterd, dat Uw Regering met het voornemen was bezield om het conflict met Ambon zonder geweld van wapenen tot oplossing te brengen. De zending van minister Leimena rechtvaardigde deze verwachting.  Ik mag niet nalaten Uwer Excellentie mede te delen, dat deze militaire actie niet alleen de Nederlandse Regering, maar het gehele Nederlandse volk diep heeft geschokt en niet het minst hen, die gedreven door oprechte sympathie voor de nationale aspiraties van het Indonesische volk de ontwikkeling van de onafhankelijke Indonesische staat met grote belangstelling hebben gevolgd. Het Nederlandse volk kan niet onverschillig staan tegenover deze strijd. Niet alleen is Nederland nog steeds belast met de verantwoordelijkheid voor een aantal nog niet gerepatrieerde Ambonese militairen, bij wie deze nieuwe ontwikkelingen de grootste onrust kunnen verwekken, maar vooral gevoelt ons volk zwaar de verantwoordelijkheid voor het feit, dat het door overdracht van de soevereiniteit de zorg voor het welzijn van de Ambonese bevolking uit handen heeft gegeven. Met het oog op de ernst van de situatie, welke door deze ontwikkeling is ontstaan, acht ik het mijn plicht een openlijk persoonlijk beroep te doen op Uwe Excellentie om alsnog ertoe mede te werken, dat de strijd wordt gestaakt en langs vreedzame weg naar een oplossing gestreefd wordt.' Archief BZ, GS 1945-1954, 190. Zie recordnummers 1296, 1279, 1306 e.v.
Zie ook 236: Ministerraad
1267: Van Maarseveen 312
1279: Van Maarseveen 322
1296: Lamping SP 34
1306: Lamping SP 37
PDF transcriptie (10 KB)