Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 1478

Nummer 1478
Datum 2-11-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping SP 82
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Maarseveen, J.H. van (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 16
Trefwoorden gratie/amnestieverlening
Koninklijke Landmacht (KL), afvoer van de -
Molukkenopstand/RMS, Republik Maluku Selatan
parlement, Nederlandse -
Sultan van Djokja, Hamengku Buwono IX, minister van Defensie 12/'49-9/'50, 4/'52-8/'53
Verenigde Naties, UNCI/Milobs
Verenigde Naties, Veiligheidsraad van de -
Annotatie slotnoot:
Hierop seinde Van Maarseveen op 3 nov. onder no 371: 'Uit uw SP 82 bemerk ik dat u ook de Sultan tot andere gedachten tracht te brengen. Hoewel wij overtuigd zijn dat de kansen op succes gering zijn, waarderen wij toch uw voortgezette activiteit in de Ambonaffaire. Gisteren en vandaag werd in de Eerste Kamer mijn begroting 1950 behandeld en tenslotte zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Bij de debatten vermeldde de heer Jonkman dat blijkbaar het telegram van Drees aan Natsir [in annotatie van recordnummer 1291] misverstand had gewekt omdat in de motie van het Indonesische parlement een beroep gedaan werd op het vreedzame Nederlandse volk om een agressie door de Nederlandse regering in Indonesië te voorkomen. De heer Jonkman sprak zijn tevredenheid erover uit dat uit het antwoord op de vragen van de heer Gerbrandy was gebleken dat Nederland alleen met vreedzame middelen inzake Ambon te werk gaat en vond daarin aanleiding om nu ook in antwoord op het beroep van het Indonesische parlement zijnerzijds een beroep te doen op het Indonesische parlement om een vreedzame beëindiging van de broederstrijd op Ambon mogelijk te maken. Dit beroep genoot de instemming van de gehele Kamer. Ik heb namens de regering mij daarbij aangesloten en daarbij verklaard, dat een initiatief van de Indonesische regering om tot een vreedzame oplossing te komen nimmer als een bewijs van zwakheid kon gezien worden, gezien de enorme krachtsverschillen tussen Indonesië en het kleine Ambon. Ik heb ook betoogd, dat de Ambonezen als voornaamste karaktertrekken hebben trouw en aanhankelijkheid aan het wettig gezag en dat wanneer de Indonesische regering hen voor zich wist te winnen de Indonesische staat ook van deze karaktereigenschappen zou kunnen profiteren. Voorts heb ik nog eens uitdrukkelijk verklaard, dat wij geen partij zijn bij de Ambonkwestie, maar alleen daarbij op de bekende gronden geïnteresseerd zijn, terwijl wij in territoriaal en staatkundig opzicht ten aanzien van Ambonkwestie volkomen gedesinteresseerd zijn. Misschien vindt gij aanleiding om deze gedachtengang nog eens in besprekingen met RI-autoriteiten naar buiten te brengen.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 15.
Zie ook 1291: Lamping SP 29
1469: Lamping SP 81
1517: Lamping SP 89
PDF transcriptie (56 KB)