Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 1877

Nummer 1877
Datum 13-3-1951
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 805
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Maarseveen, J.H. van (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1951
Dossiernummer 1
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Kist, F.J.*
marine-aangelegenheden
Nederlandse Militaire Missie (NMM) in/Nederlandse militaire steun aan Indonesië
Rum, Moh. (Masjumi), hoge commissaris te Den Haag jan.-sept. '50; minister van Buitenlandse Zaken sept. 1950- april 1951; minister van Binnenlandse Zaken april 1952-juli 1953; eerste vice-premier maart 1956-maart 57
Simatupang, T.B., kolonel/gen.-majoor, chef generale staf TNI
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
vlagkwesties
Annotatie slotnoot:
Op 22 maart antwoordde Götzen onder no 7 dat de ministerraad na beraad besloten had 'Rum mede te delen dat de Nederlandse Regering in principe bereid is de gevraagde hulp te verlenen. Zij wijst er echter op dat de verantwoordelijkheden, die het Nederlandse Marinepersoneel als gevolg daarvan op zich neemt, logischerwijze gepaard zullen moeten gaan met de daaraan verbonden onvermijdelijke bevoegdheden. De regering beschouwt als een vanzelfsprekende voorwaarde, dat het schip, zolang Nederlands personeel aan boord is, niet operationeel zal worden gebruikt. De verdere technische uitwerking van deze bereidsverklaring zal het hoofd van de Afdeling Zeemacht van de Missie met de Indonesische Marine-autoriteiten opnemen. Aan commandeur Burghardt zal worden opgedragen hierbij in overleg met u te handelen. In aansluiting op het bovenstaande diene te uwer persoonlijke informatie nog het volgende. Zolang het schip aan de kade ligt, bestaat er geen bezwaar tegen commando-voering door een Indonesisch officier. Echter is het strikt noodzakelijk, dat tijdens vaarperioden de oudste Nederlandse officier in feite de leiding heeft. Hiervoor zal een formule moeten worden gevonden, die bevredigend is voor Indonesië en Nederland. Ook zal het onvermijdelijk zijn, dat Nederlandse officieren en onderofficieren de sleutelposities innemen aan boord. Zoals uit het bovenstaande blijkt, is Nederland bereid te helpen op Indonesische marineschepen onder Indonesische vlag. Wat de door u gemaakte vergelijking betreft met de verhouding ten deze tussen Engeland en India wijs ik erop, dat het eskader van India, dat Nehru naar Indonesië vergezelde, stond onder commando van een Britse commodore. De Indian Navy aanvaardt derhalve ook nu nog Britse commando, hoewel zij reeds vele bekwame Indiase officieren met langjarige ervaring telt.' - - - NA, archief Minkol., codetel. 1951, 6 Zie recordnummer 333 onder punt e.
Zie ook 333: Ministerraad
PDF afbeelding (279 KB)