Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 1907

Nummer 1907
Datum 31-10-1950
Soort persoonlijke brief
Kenmerk Von Balluseck 113
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Balluseck, D.J. von (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak New York
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 21
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Molukkenopstand/RMS, Republik Maluku Selatan
Palar, N.L., vertegenwoordiger van Indonesië bij de VN '50-'52; ambassadeur te New Delhi '52-'56
Verenigde Naties, UNCI/Milobs
Verenigde Naties, Veiligheidsraad van de -
Annotatie noot bij '112':
Onder dit nummer had Von Balluseck op 29 okt. o.m. opgemerkt, 'dat de UNCI haar vorig beroep van 11 okt. op deze Raad om haar gezag te versterken níet herhaalt - - -. Mogelijkerwijs is Doolittle door Washington in deze zin geïnspireerd teneinde na deze jongste mededeling van de UNCI de kwestie buiten de VR-agenda te kunnen houden.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 21.

slotnoot:
Op 1 nov. vervolgde Von Balluseck onder no 117: 'Heden sprak ik Bebler, die zei dat de volgende raadszitting waarschijnlijk Maandag 6 November a.s. zal plaats hebben met op de voorlopige agenda Palestina en wellicht Kashmir. Hij zelf was niet van plan de UNCI-rapporten op de voorlopige agenda te plaatsen omdat Yoegoslavië niet geïnteresseerd is. Wanneer evenwel een ander raadslid hem verzoekt de aangelegenheid wel op de voorlopige agenda te plaatsen, dan zal hij zich niet verzetten. Tot nog toe werd hij terzake niet benaderd en hij dacht dat hierover onderlinge besprekingen tussen enige delegaties gaande waren.
Palar zeide mij heden de indruk te hebben dat de kwestie wel voor de Raad zou komen. Hij herhaalde dat hij dan Nederland krachtig zal beschuldigen en partij zal stellen om te voorkomen dat Ambon partij wordt gesteld. Ik krijg de indruk dat de Indonesiërs dit conflict - wellicht om binnenlandse politieke redenen - voor het raadsforum beginnen te wensen. Palar beweert dat hij zelf een gematigder houding heeft aangeraden, doch dat zijn Regering onder druk van het Parlement in tegengestelde richting gaat. Hij deelde mij vertrouwelijk mede in de Indonesische Delegatie alhier te hebben voorgesteld Djakarta te adviseren de oplossing te zoeken in de richting van een gemeenschappelijke demarche van Indonesië, de Nederlandse Regering en de UNCI bij de Ambonezen om hun zelfstandige republiek en gewapend protest op te geven in ruil voor beloften van een autonome positie binnen de RI, doch de Indonesische Delegatie was ertegen.
De mogelijkheid bestaat dat Palar terzake nogmaals met Rum zal spreken die begin volgende week hier wordt verwacht. Indien U wenst dat ik Rum benader, ontvang ik gaarne Uw instructies.' T.a.p.
Zie recordnummer 1919.
Zie ook 1783: Van Roijen 275
1785: Van Roijen 299
1867: Von Balluseck 101
1919: Von Balluseck 130
2043: Stikker 218
PDF transcriptie (51 KB)