Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 2001

Nummer 2001
Datum 5-7-1951
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 123
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Maarseveen, J.H. van (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1951
Dossiernummer 3
Trefwoorden arbeidsaangelegenheden
bedrij(fsle)ven, houding/positie van het -
begrotingen
communisme
Indonesië, politieke/bestuurlijke aangelegenheden in -
Java, Midden -/Semarang
Java, Oost -/Surabaja
ministerie van (Uniezaken en) Overzeese Rijksdelen en opvolgers, taak/positie/organisatie van -
Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van -
Nederlanders in Indonesië, evacuatie/repatriëring/emigratie van -
Nederlanders in Indonesië, houding/(veiligheids)positie van -
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
scheepvaartaangelegenheden
Sukarno, positie/houding van -
Supomo, leider missie Supomo '51-52; vanaf '56 ambassadeur van Indonesië te Londen '54-'56
Supomo, staatscommissie - tot herziening RTC-accoorden
Suwirjo, voorzitter van de PNI
unieverhouding/RTC-akkoorden, (Haags) overleg '51-'52 ter herziening/beëindiging van de -
Annotatie noot slot 4e en 5e alinea:
Illustratief voor de in de vierde en vijfde alinea van in dit telegram te berde gebrachte  kwesties van  'onveiligheid' en 'arrestaties' is het volgende, op 9 aug. door Schümann onder no 160 verzonden, telegram: 'Verneem uit vertrouwelijke bron, dat bij de overval op Tandjong Priok naast communisten en Darul Islamleden, mede betrokken zou zijn een onder Nederlandse leiding staande groep voornamelijk ex-KNIL, die zich Gadjah Putih noemt. Deze zou via varend personeel  van de Maatschappij Nederland nog steeds instructies ontvangen van Westerling. Ook enkele Nederlandse ambtenaren in RI-dienst zouden met deze groep sympathiseren. In de laatste tijd gepleegde overvallen zouden voornamelijk ten doel gehad hebben wapens te bemachtigen. Het voornemen zou bestaan binnenkort vreemde diplomaten lastig te vallen teneinde de RI-Regering tegenover het buitenland te blameren. Ook zouden zij van plan zijn het vervoer langs de weg te gaan belemmeren. Ik heb reden te betwijfelen of de Regering haar aangekondigde voornemen om krachtiger tegen steeds veelvuldiger voorkomende ordeverstoringen op te treden ten uitvoer zal brengen.' T.a.p.

slotnoot:
In aansluiting op zijn tel. no 123 seinde Lamping diezelfde dag onder no 125: 'Na mijn onderhoud met Sukiman en Suwirjo had ik gisterenavond een gesprek met Supomo. Ik vroeg hem hoe het nu eigenlijk zat met zijn reis naar Nederland. Supomo zei dat hij wel zeker niet avant einde Juli naar Nederland zou gaan. Hij ging niet in op mijn niet-gecacheerde pogingen om te sonderen of nu vaststond dat hij zelf zou gaan.
Ik gaf te kennen dit verloop van zaken uitermate teleurstellend te achten. Het zou mij veel beter geschikt hebben een maand later naar Nederland te gaan, maar ik had al mijn plannen verzet om tegelijk met hem in Nederland te zijn en hij (Supomo) zou moeten erkennen, dat ik alle aanleiding had te denken dat hij zou gaan en dat ik hem half Juli zou aantreffen. - - - Supomo antwoordde dat ik volkomen gelijk had. Hij betreurde de loop van zaken evenzeer als ik, maar "ze" konden maar niet beslissen. Supomo ging niet in op mij pogingen te weten te komen waar een en ander op hokte. Hij erkende, dat zijn rapport "nog steeds" in studie bij de Regering was, maar liet zich verder, overigens begrijperlijkerwijze, niet uit. Het verloop van zaken bevalt mij geenzins.' T.a.p.

noot bij 'mijn 124': in annotatie van recordnummer 386.
Zie ook 386: Ministerraad
2203: Peters 77
2216: Peters 89
PDF transcriptie (63 KB)