Gegevens van record 1847
Nummer | 1847 |
---|---|
Datum | 11-10-1950 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Von Balluseck 81 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Balluseck, D.J. von
(info)
|
Ontvanger(s) |
Stikker, D.U.
(info)
|
Plaats van opmaak |
New York |
Plaats van bestemming |
Den Haag |
Bewaarplaats | Nationaal Archief |
Bestand | archief Minkol., codetel. 1950 |
Dossiernummer | 21 |
Trefwoorden |
Molukken, Zuid-Molukken, Ambon Molukkenopstand/RMS, Republik Maluku Selatan Palar, N.L., vertegenwoordiger van Indonesië bij de VN '50-'52; ambassadeur te New Delhi '52-'56 Verenigde Naties, UNCI/Milobs Verenigde Naties, Veiligheidsraad van de - |
Annotatie |
slotnoot: Op 12 okt. vervolgde Von Balluseck onder no 82: 'Vandaag had ik met mijn Amerikaanse, Belgische, Britse, Franse en Noorse ambtgenoten, alsmede met Spender een onderhoud. Jebb verklaarde onmiddellijk de cease fire een begrijpelijke wens te vinden en zou telegrafisch instructies vragen. De reactie van de Fransman was zeer gunstig en, ofschoon nog geen instructie werd ontvangen, werd aangenomen dat het bevel tot cease fire door Frankrijk geheel zou worden gesteund. Gross zal de aangelegenheid vandaag opnemen met Austin, terwijl Sunde instructies vraagt van Oslo. België zal waarschijnlijk zitting nemen aan de Veiligheidsraadstafel, evenals Spender, die de verzekering gaf alles te zullen doen om een bevel tot cease fire uit te lokken. Met Van Roijen, hier toevallig aanwezig, werd de vraag besproken of wij bij een eventuele zitting van de VR eveneens zullen aanzitten. Wij waren het er over eens, dat, ondanks het feit dat Nederland niet rechtstreeks partij is, niet plaatsnemen aan de tafel in verband met de zeer sterke sentimentsbelangen en met het oog op de Nederlandse openbare mening bijzonder moeilijk zou zijn. Het is bovendien waarschijnlijk dat Indonesië aan Nederland verwijten zal richten waarop geantwoord zal moeten worden. Ik ontving gaarne ten spoedigste instructies, waarbij ik de aantekening maak, dat de procedure is, dat landen, die geïnteresseerd zijn, de voorzitter van de Raad schriftelijk suggereren hen uit te nodigen. Ik heb in overweging Palar onder het oog te brengen, dat het verstandig zou zijn geen aanvallen te ondernemen op Nederland, aangezien zulks het nodig zou maken, dat dezerzijds tegenaanvallen werden gedaan. Washington ingelicht.' T.a.p. |
Zie ook |
1849:
Von Balluseck 83
|
transcriptie (53 KB) |