Gegevens van record 2078
Nummer | 2078 |
---|---|
Datum | 20-9-1951 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Schürmann 197 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Schürmann, C.W.A.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Peters, L.A.H.
(info)
|
Plaats van opmaak |
Djakarta |
Plaats van bestemming |
Den Haag |
Bewaarplaats | Nationaal Archief |
Bestand | archief Minkol., codetel. 1951 |
Dossiernummer | 3 |
Trefwoorden |
Financieel-Economische Overeenkomst(en) der RTC ( Finec); zie ook financiële /economische betrekkingen N-I.; geldwezen; handels(politieke) betrekkingen N.-I., schuldenkwesties NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië) parlement, Indonesische - pers/publieke opinie, Indonesische PNI, Partai Nasional Indonesia Sunario/Sunarjo (PNI), parlementarier, minister van Buitenlandse Zaken 8/'53-12/'55, ambassadeur te Londen '56-'61 troonrede unieverhouding/RTC-akkoorden, beëindiging/opzegging van de - vakorganisaties/-beweging, Indonesische - voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische |
Annotatie |
inleidende noot: Eveneens op 20 sept. had Schürmann onder no 196, mede aan Stikker, geseind: ' In eerste, uiteraard nog niet volledige, Indonesische persreacties op de troonrede valt op dat de Iriankwestie niet sterk benadrukt wordt. Pedoman en Merdeka leveren op Irian-passage zelfs helemaal geen commentaar. De aandacht concentreert zich op de Nederlandse bereidheid om de RTC-overeenkomst te herzien waarbij Merdeka nog zegt wel te kunnen begrijpen, dat Nederland teleurgesteld is, dat dit onderwerp reeds zo spoedig aan de orde komt. Beaamd wordt belang om samenwerking te bestendigen. De eerste commentaren zijn dus tegemoetkomend van toon en inhoud.' NA, archief Minkol., codetel. 1951, 3 slotnoot: Op 21 sept, seinde Schürmann vervolgens onder no 198: 'Gelijktijdig met de verklaring van Mononutu aan Aneta publiceerde Antara de mening in regeringskringen over de troonrede. Hieruit zou blijken dat de Nederlandse regering in principe afwijzend staat tegenover opheffing der Unie. Deze zienswijze der Indonesische regering zou nog versterkt zijn door berichten volgens welke Nederland eerst nog een unieconferentie wenst te houden. Het kabinet, dat de opheffing van de Unie op zijn programma plaatste, kan het Nederlandse standpunt bezwaarlijk aanvaarden. Het houden van een unieconferentie zou namelijk betekenen, dat de regering in principe met het unieverband instemt. Indonesische regeringskringen verklaarden voorts aan Antara, dat de financiële en economische RTC-overeenkomsten, zakelijk bezien het belangrijkste zijn en dat, teneinde deze overeenkomsten, voor zover zij nadelig voor Indonesië geacht worden, te wijzigen, de basisovereenkomst, te weten Uniestatuut, eerst beëindigd dient te worden.' - - - T.a.p. |
Zie ook |
476:
Ministerraad
|
afbeelding (143 KB) |