Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 2137

Nummer 2137
Datum 3-2-1951
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 244
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1951
Dossiernummer 7
Trefwoorden Baipaj, secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken van India
Colombo-landen/-conferenties/-plan
Frankrijk, houding/positie van -
India, houding/positie van -
Indo-China
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
Subarrayan, ambassadeur van India te Djakarta
Annotatie inleidende noot:
Op 31 jan. had Stikker bij tel. no 317 aan Lamping te Djakarta het volgende bericht:
'1. Winkelman seint thans dat Bajpai, hoewel van mening dat Nieuw-Guinea remmend op India werkt inzake Nederlands toetreding tot Colomboplan, verder hoopvol gestemd was. Voordat India Nederland sponsort was het volgens Bajpai beter dat zekerheid bestond dat Indonesië, hetwelk naar de 12 Februari te Colombo aanvangende Consultative Committee-bijeenkomst een waarnemer zendt, zich niet tegen onze participatie zal verzetten. Bajpai zou zijn ambassadeur te uwent seinen en liet blijken Nederlandse deelneming gaarne te zien; hij beloofde onze zaak bij Nehru te zullen bepleiten.
2. Hoewel Rum tijdens tweede Unieconferentie geen bezwaren bleek te hebben tegen een eventuele Nederlandse participatie aan Colomboplan, is het zeer wel mogelijk dat de Indonesische opvattingen in deze sedert zijn gewijzigd. Het is daarom van groot belang te bevorderen dat, en zo mogelijk zekerheid te verkrijgen of Indonesië zich te Colombo akkoord zal verklaren met, c.q. niet verzetten tegen, onze deelneming. Ik laat evenwel aan uw oordeel over op welk moment en op welke wijze deze delicate aangelegenheid bij de Indonesische regering ter sprake gebracht kan worden.
Voorafgaand contact met Uw Indiase collega lijkt mij zeer aan te bevelen. Indicaties omtrent Indonesische standpunt vernam ik gaarne telegrafisch.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1951.

slotnoot:
Op 9 feb. seinde Blom hierop onder no 330: 'In Uw 244 stelt u onderhoud met Rum over de Indonesische houding met betrekking tot Nederlandse deelneming aan het Colomboplan in vooruitzicht. Wij weten nog steeds niets daaromtrent hetgeen onze positie tegenover VK moeilijk maakt. De conferentie begint 12 dezer en de Britten hebben ons hierover wederom benaderd. Engeland wil onze kandidatuur steunen, doch wij wensen dit alleen wanneer zekerheid bestaat, dat ons het échec van deballotage bespaard blijft. Ook voor Engeland zou dit pijnlijk zijn. De houding van Indonesië is in deze van beslissend belang te achten aangezien alleen een positieve reactie dierzijds India en Pakistan te onzen gunste zal beïnvloeden. Ik zou dus zeer waarderen hieromtrent omgaand te worden ingelicht. Gunstig antwoord zou welkom zijn zonder dat het de bedoeling is dat u zou trachten de Indonesische regering te onzen gunste over te halen. Ik meen dat wij op dit ogenblik beter doen geen gunst van Indonesië te vragen, en dat ook al zouden wij voorlopig niet aan het plan deelnemen wij op den duur op grond van zakelijke overwegingen een goede kans hebben tot participatie te worden uitgenodigd.'  Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1951. Zie recordnummer 2389.
Zie ook 1838: Michiels 178
1864: Lamping 778
2389: Lamping 258
PDF afbeelding (229 KB)