Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 2139

Nummer 2139
Datum 11-12-1953
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Ittersum 779
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Ittersum, G.E. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1953
Dossiernummer
Trefwoorden bedrij(fsle)ven, houding/positie van het -
financiële/economische betrekkingen Nederland-Indonesië; zie ook Financieel-Economische Overeenkomst(en); geldwezen; handels(politieke ) betrekkingen; schuldenkwesties
leningen van Nederland aan Indonesië/Nederlands-Indië; zie ook: schuldenkwesties; leningen, Nederlandse garantie voor
Ong Eng Die, minister van Financiën van Indonesië
transferbepalingen/-besprekingen
Annotatie inleidende noot:
Op 5 dec. had Van Ittersum onder no 769 o.m. geseind: 'Deviezeninstituut publiceerde heden als Sinterklaassurprise  de definitieve regeling inzake sociale transfers - - -. Het resultaat van de door Nederlandse overheid en bedrijfsleven gedurende vele maanden gedane pogingen om een redelijke regeling te bereiken is dus wel mager en met name is pijnlijk dat de ietwat betere verwachtingen, gewekt tijdens het in mijn 722 gerapporteerde gesprek van 24 November j.l., niet in vervulling zijn gegaan. De grootte van het deviezenpakket blijkt thans overeen te stemmen met de sombere verwachtingen waarvan ik in mijn 768 van 6 November [recordnummer 1876] gewag maakte - - -
Heden ontving ik door Minister Financiën getekende uitnodiging dd. 1 dezer tot overleg inzake kapitaalstransfer - - - . De duidelijke bedoeling aan Indonesische zijde is dus dat eenzelfde vorm van overleg zal plaatsvinden als ten aanzien van de sociale transfers. De ervaringen in dit opzicht opgedaan, stemmen niet hoopvol en de vraag rijst mijns inziens of wij ons kunnen lenen tot dergelijk "overleg" waarbij wij a priori feitelijk voor reeds genomen beslissingen worden geplaatst. - - - Ik verwacht van het overleg waarvoor thans uitnodiging ontvangen weliswaar weinig maar vraag mij toch af of wij het risico van verder niet te praten kunnen nemen. Het is namelijk niet geheel uitgesloten, dat alsnog een deel van de kapitaalsremises te redden is, al ben ik na voorgaande ervaring zeker niet optimistisch.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1953.
     Op 10 dec. had Van Ittersum onder no 778 geseind dat hij met minister Ong Eng Die had gesproken. 'Ik heb daarbij teleurstelling geuit inzake beslissing over sociale transfer en heb de Minister medegedeeld, dat deze gang van zaken ons ietwat critisch doet staan tegenover besprekingen aangaande kapitaalsremise.' T.a.p.

Slotnoot:
Bij tel. no 444 van 12 dec. stelde Luns, verwijzend naar het hierboven aangehaalde telegram Van Ittersum 769, allereerst vast dat volgens een besluit van de tweede unieconferentie ministerieel vooroverleg tussen de Uniegenoten voorwaarde was voor verandering van de hier besproken transferregeling en dat het daarom bezwaarlijk was 'dergelijk overleg te doen plaats hebben door ambtelijke functionarissen, zoals bij vorige besprekingen'. Voorts dat 'wij met U [erkennen] dat afwijzing van de uitnodiging tot overleg ook een minder wenselijke gang van zaken zou zijn, daar hierdoor de, zij het geringe, kans om nog een deel der kapitaalremises te redden, verloren zou gaan, terwijl dit ook ten aanzien van belanghebbenden niet verantwoord lijkt.
Zodoende is gezocht naar een tussenvorm - - -. Deze bestaat uit een schriftelijke aanvaarding van uitnodiging Uwerzijds tot overleg. Bij dat overleg ware door U voorop te stellen, dat dit in principe niet geacht kan worden te zijn een voldoening aan de voorwaarden voor wijziging van bestaande regeling' zoals bij de tweede ministersconferentie was besloten. 'Echter ware door U te verklaren, dat de Nederlandse bereidheid om dit overleg toch als zodanig te beschouwen niet uitgesloten is, doch de Nederlandse Regering zal te dien aanzien haar standpunt pas kunnen bepalen na kennisneming van het resultaat van het overleg. Te Uwer eigen informatie zij medegedeeld, dat deze bereidverklaring in gunstige overweging zal worden genomen, indien zal blijken dat het overleg inderdaad het karakter heeft gehad van een Indonesische poging om te komen tot een in verband met de huidige deviezenpositie weliswaar gewijzigde, doch niettemin voor Nederland redelijke regeling, m.a.w., dat het overleg niet slechts pro forma plaatsvond, doch inderdaad heeft geleid tot een voor beide partijen acceptabele nieuwe regeling. Wij ontveinzen ons niet, dat een acceptabele regeling niet zeer waarschijnlijk moet worden geacht, en dat Indonesië zich niet door de Nederlandse houding zal laten weerhouden van invoering van de noodzakelijk geoordeelde stopzetting casu quo wijziging van onderhavige transferregeling. Wij hebben echter de neiging deze gang van zaken nog te prefereren boven denaturering van een Ministersconferentiebesluit.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1953.
Zie ook 1876: Van Ittersum 768
2166: Beyen 363
PDF afbeelding (120 KB)