Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 2117

Nummer 2117
Datum 21-9-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Maarseveen 294
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Maarseveen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Gieben, A.H.C. (info)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming Djakarta
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 14
Trefwoorden Fockema Andreae, W.H.*
Leimena-missie naar Ambon
Molukken, Zuid-Molukken, Ambon
Molukkenopstand/RMS, Republik Maluku Selatan
Rehatta/ - missie naar Ambon
Rum, Moh. (Masjumi), hoge commissaris te Den Haag jan.-sept. '50; minister van Buitenlandse Zaken sept. 1950- april 1951; minister van Binnenlandse Zaken april 1952-juli 1953; eerste vice-premier maart 1956-maart 57
Verenigde Naties, UNCI/Milobs
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische
Annotatie inleidende noot:
Onder no SP 18 had Gieben op 20 sept. verslag gedaan van 'een oriënterende bespreking - - - met Andreae, Alons, Scheffelaar en Paulissen over de Nederlandse militaire problemen speciaal voorzover betrekking hebbende op de Ambonzaak. Naar aanleiding van pas ontvangen berichten die wijzen, dat het inzetten van een militaire actie tegen Ambon eind van deze of begin van volgende week te verwachten is, kwamen Andreae en ik tot de conclusie, dat in geval een actie ingezet wordt, langer blijven van Andreae hier te lande ongewenst is. De Generaals deelden dit oordeel. Ik heb een onderhoud met Rum op zo kort mogelijke termijn aangevraagd.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 16.

slotnoot:
Onder verwijzing naar Van Maarseveen 294 seinde Drees op 23 sept. onder no Blom 164 aan Fockema Andreae: 'Na het uitblijven van de door Rum toegezegde publicatie betreffende weigering Ambon om vredesmissie te ontvangen, bestaat temeer reden tot twijfel aan de oprechtheid van de overtuiging der Indonesische Regering, dat contact met de RMS slechts onmogelijk is door onwil van Ambonese zijde en aan de ernst der toegezegde poging om dit opnieuw te beproeven.
Gebruik van oorlogsschip Hang Tuah bij de vroegere poging van Leimena in plaats van vliegtuig, zoals aanvankelijk beoogd en - indien particuliere mededelingen juist zijn - ontactvol optreden van RIS-zijde tijdens verblijf van het schip ter plaatse, moesten wel leiden tot mislukking van die contactpoging.
Mededelingen RI-zijde, dat Ambon zich nooit bereid heeft getoond Indonesische vredesmissie te ontvangen, is in strijd met verklaringen sedert vervangen Dr. Rehatta, RIS-gouverneur der Molukken, die aan eerste vredesmissie deelnam, en in persinterview op 18 Augustus mededeelde, dat op 7 Juli radio Ambon verklaarde, dat de toen beraamde particuliere vredesmissie, na 8 Juli verwacht werd.
Indien U dit niet reeds heeft gedaan, ware in eerstvolgend gesprek duidelijk te zeggen, dat voorzover ons bekend er geen bewijs is voor de stelling, dat de RMS niet bereid zou zijn tot contact, omdat behalve de vroegere poging van Leimena daartoe zijdens de RI nimmer enige stap is gedaan. Ook de UNCI zou dit tegenover de RI moeten vaststellen, opdat Indonesische Regering niet onweerlegd dit argument zal kunnen gebruiken voor militaire actie.
Is er nog enige mogelijkheid dat Fockema Ambon bezoekt teneinde te bevorderen dat contact wordt opgenomen?' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1950.
Zie ook 1246: Gieben SP 19
1247: Gieben SP 20
PDF transcriptie (10 KB)