Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 2410

Nummer 2410
Datum 4-7-1951
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 135
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1951
Dossiernummer 8
Trefwoorden bankwezen
benoemingen
Lukman Hakim, ambassadeur van Indonesië te Bonn '62
Masjumi, Madjelis Sjura Moslimin Indonesia
nationalisatie/Indonesianisatie/spoliatie/onteigening/confiscatie/onderbeheerstelling
ontslag/aftreden
PNI, Partai Nasional Indonesia
Sjafruddin Prawiranegara (Masjumi), minister van Financiën '51, president van de Bank Indonesia '51-58, hoofd van de PRII
Sukiman Wirjosandjojo, leider van de Masjumi
Sutikno Slamet, directeur Bank Indonesia; minister van Financiën
Wibisono, Jusuf, voorzitter staatscommissie voor de implementatie van de opheffing van de RTC-accoorden
Annotatie inleidende noot:
Op 12 juni had Schürmann onder no 98 o.m. geseind, dat 'situatie aanziens Javasche Bank momenteel zeer verward is en dat kwestie nationalisatie en vervanging Houwink door elkaar heen lopen - - -. Aanziens vervanging Houwink diene, dat Sjafruddin zich inderdaad bereid heeft verklaard kandidatuur te aanvaarden. Op de door de Raad van Toezicht opgestelde voordracht figureert hij als nummer één en Lukman Hakim als nummer twee. Zodoende heeft men op de voordracht iemand van de Masjumi en iemand van de PNI. Blijkens mededeling van Houwink aan Speekenbrink heeft Sukiman steun toegezegd aan kandidatuur Sjafruddin. Houding van Wibisono is echter onzeker. - - - Bovendien is persoonlijke verhouding Wibisono en Sjafruddin matig en verschillen zij van opvatting aanziens tempo, waarin nationalisatie moet worden doorgevoerd (Sjafruddin wil eerst Indonesianisatie). De benoeming van Sjafruddin is ook onzeker doordat PNI hem nog steeds verwijt, dat hij bij de vorming van het kabinet Natsir tegen opname PNI daarin is geweest. Wat nu betreft het overleg met de Nederlandse regering is mijn indruk, dat men daar formeel aan zou willen voldoen, doch daadwerkelijk ons voor voldongen feiten wil plaatsen. Te dien aanzien besprak Speekenbrink situatie met Houwink, die met zijn mede-directeuren heeft overlegd. De Javasche Bank hecht er het grootste belang aan, dat benoeming van Sjafruddin zo snel en krachtig mogelijk wordt gepousseerd. Van uitstel vreest zij verdere intriges.' - - - NA, archief Minkol., codetel. 1951, 2
     Op 3 juli had Lamping hier onder no 132 op laten volgen: 'Ten aanzien van de benoeming van een nieuwe president-directeur van de Javase Bank is nog steeds geen beslissing genomen, hoewel volgens mededeling van Houwink de kandidatuur van Sjafruddin ondersteund wordt door Hatta, Sukiman en thans zelfs ook door Wibisono. Houwink spreekt van vele intriges achter de schermen. - - - Wat betreft de nationalisatie is het typerend, dat  door de [daartoe] ingestelde commissie Sediono  geen overleg met de Javase Bank gepleegd is, waarvan ook geen vertegenwoordiger in de commissie is opgenomen met uitzondering van Sumitro, die hoewel hij regeringscommissaris is, toch niet als representant der bank valt te beschouwen.' - - -  T.a.p.

Slotnoot:
Op 13 juli seinde Schürmann vervolgens onder no 136 dat Houwink hem enkele dagen geleden had meegedeeld, 'dat Sjafruddin hem gevraagd had als adviseur van de Javabank Sjafruddin te blijven steunen. Hij had hieromtrent toen nog niet beslist. Gisterenavond zeide Houwink mij met Sjafruddin te hebben afgesproken, dat hij ongeveer een week na de overdracht van het president-directeurschap (die morgen plaatsvindt) zal vertrekken en dat hij dan na enkele maanden als adviseur zal terugkomen. Aldus zou volgens Houwink de indruk zijn vermeden, dat Houwink achter de schermen toch nog aan de touwtjes zou trekken. Als Sjafruddin, na enige tijd geheel zelfstandig zijn functie te hebben uitgeoefend, Houwink als adviseur laat terugkomen, zou zulks gemakkelijk geaccepteerd worden.' NA, archief Minkol., codetel. 1951, 3.
     Met betrekking tot de nationalisatieplannen berichtte Schürmann op 24 juli bij tel. no 145 dat Houwink gesuggereerd had de 'notering van Javasche Bank-aandelen te Amsterdam [stop te zetten] in verband met besprekingen over onteigening. Vanochtend', aldus voorts Schürmann, 'stelden Sediono en Sutikno Drees [jr., financieel-economisch adsviseur van de HC] formeel op de hoogte van plan van het Kabinet tot onteigening van de Javasche Bank. Men wilde trachten tot een minnelijke schikking met de aandeelhouders te komen. Hiervoor zijn Saubari en Khouw Bian Tie Zaterdag naar Nederland gegaan. Drees vroeg of het dan geen aanbeveling verdiende notering der aandelen te schorsen. Sediono en Sutikno hielden zich op de vlakte en zeiden dat de onderhandelaars volmachten bezaten om dat te bespreken.' - - - T.a.p. Zie recordnummer 406.
Zie ook 386: Ministerraad
406: Ministerraad
PDF afbeelding (96 KB)