Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 2693

Nummer 2693
Datum 9-4-1952
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 446
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1952
Dossiernummer 6
Trefwoorden Australië, houding/positie van -
Casey, Robert G., minister van Buitenlandse Zaken van Australië '51-'60
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
Sukarno, positie/houding van -
Tiki-affaire
Annotatie inleidende noot:
Onder no 442 had Lamping op 8 april telegrafisch bericht gezonden over zijn ontmoeting in Singapore met Casey en Watt. Casey had hem daarbij gezegd 'dat hij op zijn terugreis naar Canberra Sukarno en Wilopo zou bezoeken en hen "quite frankly" de Australische these zou weergeven; dat was zijn gewoonte. Ik merkte op in Djakarta de opvatting te hebben beluisterd, dat een alternatief van de Nederlandse soevereiniteit over West Nieuw-Guinea zou kunnen zijn de overdracht van West Nieuw-Guinea aan de RI, zulks in het kader van bijzonder intieme betrekkingen. Casey zei verheugd te zijn zulks van mij te hebben vernomen: het zou voor hem aanleiding zijn aan Sukarno in krasse termen te zeggen dat het hier "wishful thinking" betrof. Ik zei mij met Casey's voornemen te kunnen verenigen want dat ik de indruk had dat de RI harerzijds alle moeite deed om met Australië op goede voet te blijven: mijns inziens alleen om geen diplomatiek gevecht op twee fronten te behoeven te voeren. Als recent voorbeeld citeerde ik de Tikikwestie: niet alleen zou deze zaak door de RI heel anders zijn opgenomen wanneer het een Nederlandse actie had betroffen, maar zelfs probeerde men van Indonesische zijde ons deze zaak in de schoenen te schuiven. Tot mijn verbazing bracht Casey het gesprek toen op de "kinderlijke actie van de Nederlandse bemanning". Ik interrumpeerde met de opmerking dat zijn uitlating de indruk zou kunnen vestigen alsof wij iets met de Tikizaak te maken hadden. Een dergelijke voorstelling kon ik niet aanvaarden: de zaak was geheel als een Australische affaire te beschouwen: wij stonden hier volkomen buiten. Ik voegde hieraan toe dat ook de RI er zo over dacht. Ik kreeg niet de indruk dat mijn uitlating Casey overdreven welkom was.' NA, archief Minkol., codetel. 1952, 6.

slotnoot:
Op 18 april seinde Blom onder verwijzing naar Lamping nos 442 en 446, dat hij desondanks van mening bleef 'dat van een gesprek van Casey met Sukarno geen enkel nut kon worden verwacht, ook al is het voor de Nederlandse positie niet rechtstreeks nadelig geweest. Na de besprekingen met de missie Supomo was enige rust in de verhouding Nederland-Indonesië ingetreden. ook uit het verslag omtrent Uw gesprek met MacDonald zou weer kunnen blijken, dat ten aanzien van Nieuw-Guinea enige rust ook aan Indonesische kant niet onwelkom wordt geacht. - - -  Ik ben het met U eens dat ten aanzien van de Tiki-affaire Casey het accent volkomen verkeerd legde door te spreken van de "Nederlandse bemanning", al dient erkend, dat de initiatiefnemer tot de expeditie een Nederlander was en dat de mede bij de zaak betrokken Lokollo op een Nederlands paspoort reisde. men kan deze zaak hierdoor dus niet geheel beschouwen als een Australische affaire.' NA, archief Minkol. codetel. 1952, 9.
Zie ook 3070: Teixeira 225
PDF afbeelding (298 KB)