Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 2697

Nummer 2697
Datum 24-4-1952
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 467
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1952
Dossiernummer 6
Trefwoorden APRA-arrestanten, (rechts)positie van de -
Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van -
rechtspraak; zie ook APRA-arrestanten, (rechts)positie van -; Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van en NG, (rechts)positie gevangenen op -
staat van Oorlog en Beleg (SOB)
Susanto Tirtoprodjo (PNI), minister van Justitie van de Republiek Indonesië '49; zaakgelastigde te Den Haag '52-'56; ambassadeur te Parijs
Westerling, R./Westerlingaffaire(s)
Wilopo, (PNI), minister van Arbeid van Indonesië '50-51; Handel en Industrie '51; minister-president en Buitenlandse Zaken a.i. '52-'53
Annotatie inleidende noot bij tweede alinea: zie recordnummer 2963 e.v.

slotnoot:
Op 25 april seinde Blom onder no 359 'mede namens Peters' aan Lamping: 'Ik waardeer de wijze, waarop U blijkens Uw 467 van de gelegenheid gebruik maakte om tegenover Indonesische preoccupatie en insistentie inzake Westerling het feit te stellen, dat de Nederlandse Regering nu reeds twee jaren bij de Indonesische Regering zonder veel succes heeft moeten aandringen op een correcte behandeling van Nederlandse arrestanten. Hoewel het blijkens Uw gesprek met Wilopo moeilijk is, mag niets onbeproefd worden gelaten om tot Indonesië te laten doordringen, dat er in Nederland geen SOB is, welke de Nederlandse Regering zou veroorloven maatregelen te doen nemen met terzijde stelling van bestaande wettelijke voorschriften en dat de Nederlandse Regering noch vervolgingsapparaat in staat zijn te handelen in strijd met beslissing rechtelijke macht. De Amsterdamse Rechtbank behandelt de Westerlingzaak 28 dezer in raadkamer, doch het is nog onzeker, of die dag reeds een beslissing zal worden genomen. Indien het gesprek met Wilopo zich in komende dagen mocht herhalen c.q. de kwestie Westerling door Mukarto ter sprake mocht worden gebracht, bestaat mijnerzijds geen bezwaar indien U duidelijker doet uitkomen, dat de kwestie Westerling ook de Nederlandse Regering zeer onaangenaam is en zorg baart, juist omdat de Nederlandse Regering zich bewust is van Indonesische preoccupatie terzake en van storende invloed op stemming ten opzichte van Nederland. Anderzijds ware de nadruk te leggen op het feit, dat het nu langzamerhand tijd wordt, dat het optreden van deze avonturier, wiens rol toch wel uitgespeeld lijkt, niet langer zoveel aandacht in beslag neemt, terwijl zoveel belangrijker problemen nog op oplossing wachten. Helaas is zijn persoon door de aan Indonesië toegezegde arrestatie echter weer in de publiciteit gekomen en beide Regeringen zullen in eigen land moeten trachten te bevorderen de kwestie Westerling binnen de juiste proporties te houden. Ik vraag mij af, of U bij de opmerking, dat in geen ander land de vrijheid der Nederlanders dermate weinig verzekerd was als in Indonesië, niet te generaliserend sprak. Nu uit Uw eerste ontmoeting met Wilopo blijkt hoe weinig soepel deze is en hoe sterk geneigd zich tot tolk te maken van het tegen Nederland vooringenomen deel der publieke opinie, lijkt het geraden het Nederlandse standpunt zakelijk, scherp geformuleerd en onomwonden te verdedigen, doch verder zorgvuldig alles te vermijden, wat als inmenging in Indon. zaken zou kunnen worden opgevat. Ik denk in dit verband aan de door U uitgesproken bezorgdheid over Indon. economie (tegenover gewezen Minister van Economische Zaken). Met verwijzing naar de voorlaatste alinea van Peters 232 [zie onder] geef ik er de voorkeur aan Mukarto even tijd te laten zich te oriënteren, alvorens hij benaderd wordt over het arrestantenvraagstuk. Ik heb op grond van zijn uitlatingen te New York en op Schiphol de indruk, dat met hem gepraat kan worden, tenzij hij uiteraard na aankomst wordt ingekapseld door partijpolitieke bindingen en acht de wijze, waarop Uw eerste contacten met hem verlopen, van veel belang voor de wijze, waarop onze betrekkingen zich met deze Regering zullen ontwikkelen. Ik stem overigens in met Uw suggestie om reeds voorgenomen demarche op hoger niveau Uwerzijds te synchroniseren met gesprek over arrestanten met Susanto. Hierover ontvangt U te zijner tijd instructies. In ieder geval lijkt het mij echter beter rechterlijke uitspraak over Westerling af te wachten.' NA, archief Minkol., codetel. 1951, 9.
Eerder die dag had  Peters onder no 232 verzocht een lijst met namen van Nederlandse arrestanten in Indonesië door de Indonesische autoriteiten op juistheid te laten controleren. Dit, omdat een opgave door Blom in een toespraak voor de Eerste Kamer van Indonesische zijde de reactie had uitgelokt, dat deze op verouderde gegevens was gebaseerd. De twee laatste alinea's van dit telegram luidden: 'Wij overwegen indien een maand na indiening geen bevredigend antwoord Nederlandse pers inlichten middels gedocumenteerde weerlegging Indonesische bewering Kamerdebatten gebaseerd op verouderde gegevens.
Wij overwegen voorts U binnenkort instructie zenden voor nieuwe demarche op hoog niveau inzake arrestantenprobleem. Daarom ware bovenstaand verzoek om verificatie van gegevens op lager niveau te behandelen opdat niet indruk wordt gevestigd dat wij het hierbij laten.' NA, archief Minkol., codetel. 1951, 4.
Zie ook 2704: Lamping 483
2963: Blom 348
3008: Blom 360
PDF transcriptie (12 KB)