Gegevens van record 2718
Nummer | 2718 |
---|---|
Datum | 24-5-1952 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Lamping 509 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Lamping, A.Th.
(info)
|
Ontvanger(s) |
Stikker, D.U.
(info)
|
Plaats van opmaak |
Djakarta |
Plaats van bestemming |
Den Haag |
Bewaarplaats | Nationaal Archief |
Bestand | archief Minkol., codetel. 1952 |
Dossiernummer | 6 |
Trefwoorden |
Nederlanders in Indonesiƫ, arrestatie/rechtspositie van - Nederlandse Militaire Missie (NMM) in/Nederlandse militaire steun aan Indonesiƫ Rum, Moh. (Masjumi), hoge commissaris te Den Haag jan.-sept. '50; minister van Buitenlandse Zaken sept. 1950- april 1951; minister van Binnenlandse Zaken april 1952-juli 1953; eerste vice-premier maart 1956-maart 57 Westerling, R./Westerlingaffaire(s) |
Annotatie |
slotnoot: De volgende dag seinde Lamping onder no 511 aan Blom, 'mede voor Minuor': 'Aannemende dat waar is, dat de verdachten bij de aanslag op Harjono althans gedeeltelijk uit Westerlingkringen voortkomen, een mogelijkheid die zelfs de advocaat Veldhuis nog gisteren beweerde te willen ecarteren, krijgt de hele zaak natuurlijk een politiek nog ernstiger aspect. Deze omstandigheid versterkt de in mijn 485 aan Minuor geformuleerde bezwaren tegen indiening van de beide nota's inzake de arrestanten. Maar ook zal mijns inziens Uwerzijds ernstig moeten worden overwogen of de mij opgedragen demarche waarop laatstelijk betrekking had mijn 509, afgezien van de in mijn telegram gegeven beschouwingen, voorlopig niet achterwege zou moeten blijven, misschien zelfs bovendien in het belang van de Nederlanders welke de nota beoogt te helpen.' - - - T.a.p. |
Zie ook |
291:
Ministerraad
3087: Blom 384 |
transcriptie (12 KB) |