Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 2888

Nummer 2888
Datum 11-10-1956
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 640
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Roijen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingek. codetel. Washington 1956
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
benoemingen
Indonesië, Buitenlandse Dienst van -
Indonesië, politieke/bestuurlijke aangelegenheden in -
Kawilarang, A.E., lt.-kolonel TNI., troepencommadant Makassar; commandant Siliwangidivisie; militair attaché te Washington
Lubis, Zulkifli, lt.-kolonel TNI, wnd. chef staf landmacht
Nederlanders in Indonesië, houding/(veiligheids)positie van -
strijdkrachten, Indonesische, politieke conflicten binnen de/met de -
Sukarno, positie/houding van -
Warouw, J., kolonel TNI, commandant Makassar; militair attaché
Annotatie slotnoot:
Onder verwijzing naar Van Roijen 640 seinde Luns op 15 okt. onder no 307: 'Op grond van de u bekende persberichten en andere informaties moet worden aangenomen dat ernstige ontevredenheid in het Indonesische leger bestaat en men in legerkringen speelt met de gedachte aan eventueel ingrijpen. Het is echter zeer moeilijk een enigszins betrouwbaar beeld te verkrijgen van de huidige verhoudingen in legerkringen. Er hebben talrijke mutaties in topfuncties plaats gehad waarvan de politieke implicaties slechts kunnen worden geraden. Hierbij doet zich het gemis van een Nederlands militair-attaché pijnlijk gevoelen. Uit het medegedeelde in Hagenaar 946 welk telegram te uwer persoonlijke informatie is doorgeseind moge blijken hoezeer Nederlandse belangen gemengd zouden kunnen worden in een eventueel militair avontuur in Indonesië. Het zou daarom door mij op prijs worden gesteld indien u voorzichtig Kawilarang die gelijk u bekend in de 17 oktober 1952-affaire en daarna een belangrijke rol heeft gespeeld zou kunnen doen benaderen teneinde iets naders te weten te komen over de huidige verhoudingen in het Indonesische leger en over hetgeen waartegen zich de ontevredenheid richt. Een belangrijke vraag in dit verband is de verhouding tussen Sukarno en de legerleiding en welk spel Sukarno t.o.v. het leger speelt.' - - -  Archief BZ, uitgaande codetel. Washington 1956.
     Op 17 oktober seinde Van Roijen daarop onder no 661: 'Ik zal niet nalaten Kawilarang te benaderen met het oog op de gewenste inlichtingen doch moge erop wijzen dat dit uiterst onopvallend zal dienen te geschieden. Na de opzegging van de schulden door Indonesië hebben mijn politieke medewerkers en ikzelf het bestaande sociale kontakt met de Indonesiërs tot het uiterste beperkt. Een plotselinge belangstelling voor de militaire attaché zou daarom verdacht lijken. Ik ben echter zelf voornemens wederom sociaal kontakt met Mukarto op te nemen en mijn politieke medewerkers zullen zulks ook op hun niveau doen waarbij dan getracht zal worden Kawilarang door tussenkomst van mijn militaire medewerkers hierin te betrekken.' Archief BZ, ingekomen codetel. Washington 1956.
     Op 16 nov. deed Van Roijen onder no 770 opnieuw telegrafisch verslag van een gesprek tussen een van zijn politieke medewerkers en Kawilarang. Op de vraag van zijn medewerker 'wat volgens Kawilarang diepe achtergrond van huidige slechte verhouding tussen Nederland en Indonesië, afgezien van het Nieuw-Guineaprobleem hetwelk bij afspraak niet werd aangeroerd, gaf Kawilarang typisch militaire visie te kennen dat deze begonnen was door actie Westerling. Kawilarang gaf hierop een uitvoerig tactisch exposé van Westerlings actie in Bandung hetwelk medewerker zich deed afvragen of Kawilarang naïef dan wel slim was. Op uitlokkende vraag of houding van Nederlanders in Indonesië soms van invloed op de huidige slechte stand van betrekkingen tussen beide landen antwoordde Kawilarang hevig ontkennend. "Er is geen sprake van" zei hij, "dat de Nederlanders tegenover de Indonesiërs uit de hoogte optreden. Integendeel. Als mens heb ik medelijden met de Nederlanders in Indonesië daar hun lot verre van aangenaam is". Hierna werd de Indonesische militaire attaché steeds spraakzamer: "Wij Indonesiërs hebben niets tegen de Nederlanders. Het zijn de partijen (hij legde nadruk op dit laatste woord) die zuiver uit eigenbelang de Nederlanders als zondebokken misbruiken". Zolang  de partijen voortgaan met deze politiek ziet Kawilarang weinig mogelijkheid tot verbetering in de betrekkingen. Medewerker waagde het hierna Kawilarang de vraag te stellen wat hij dacht van Sukarno's idee om de partijen "te begraven" en of men in legerkringen dit zou appreciëren. Kawilarang liet zich hierop ontglippen "dat hopen wij" doch ging er niet verder op in, de indruk gevend dat hij voelde zich versproken te hebben. Medewerker polste hierop zeer omzichtig naar Kawilarangs gevoelens inzake Sukarno, uit de loop van welk gesprek de indruk werd verkregen dat, hoewel men in Indonesische legerkringen geenszins een vurig bewonderaar van de president is men hem toch verre prefereert boven de partijpolitici.' T.a.p.
Zie ook
PDF afbeelding (114 KB)