Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 2889

Nummer 2889
Datum 6-8-1952
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 62
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1952
Dossiernummer 7
Trefwoorden bedrij(fsle)ven, houding/positie van het -
Java, West -/Bandung
Kawilarang, A.E., lt.-kolonel TNI., troepencommadant Makassar; commandant Siliwangidivisie; militair attaché te Washington
Nederlanders in Indonesië, houding/(veiligheids)positie van -
Nederlandse commissariaten/consulaten in Indonesië
ondernemersorganisaties
Annotatie slotnoot:
Op 13 aug. seinde Peters 'mede namens Blom' onderverwijzing naar dit telegram onder no 49: 'Met voldoening is kennis genomen van tussen U en genoemde vertegenwoordigers bedrijfsleven bestaande overeenstemming. Voor het verzet der Indonesische autoriteiten tegen betaling van losgelden bestaat begrip, doch daar gevreesd moet worden, dat het Indonesische machtsapparaat onvoldoende krachtig is om het euvel der onveiligheid te bestrijden, verkeren administrateurs vaak in een dwangpositie en zijn zij moreel niet verantwoord indien niet alle ter beschikking staande middelen worden aangewend om in levensgevaar verkerende ondergeschikten te redden. Met dit feit voor ogen is het gewenst tegen de gevolgen van betaling van losgelden te waarschuwen, met vermijding van sterke pressie op administrateurs. Om dezelfde reden ware aan personen, die worden vervolgd omdat zij losgeld betaalden, alle steun te verlenen welke zij behoeven, terwijl de pogingen van de heer Veling om een vervolging te voorkomen krachtig dienen te worden gesteund.' NA, archief Minkol., codetel. 1952, 4.
         Op 15 aug. seinde Lamping vervolgens onder no 82 aan Stikker, 'mede bestemd voor Minuor': 'Ik sprak tegenover de Minister van Buitenlandse Zaken, die eergisteravond tot mijn gasten behoorde, wederom mijn grote bezorgdheid uit over de onveiligheid. Mukarto verzekerde mij, dat krachtige maatregelen zouden worden genomen: bij iedere onderneming zou een 'regiment' worden geplaatst, omdat kleinere eenheden ondoelmatig waren gebleken en juist een aantrekkingspunt waren geworden voor de krachtige en goed georganiseerde benden.
Hoe goed waarschijnlijk ook bedoeld kan van de juistheid van deze mededeling geen sprake zijn: volgens de militaire attaché bestrijkt een regiment op het ogenblik een rayon van 58 ondernemingen. De Majoor Diemont gelooft wel, dat het leger zijn best doet, maar dat het zich nog lang zal moeten beperken tot zuiver defensieve actie.
Ik sprak mijn waardering uit en wees toen op de moeilijkheden veroorzaakt door het losgeldsysteem. Ik begreep, dat geen gezag anders kon doen dan zich verzetten tegen het toegeven aan de eisen van losgeld, maar wees op het dilemma, waarvoor de ondernemers zich gesteld vonden, wilden zij niet de dood van de ontvoerden riskeren. Ik zag er geen nut in van de Minister verzekeringen te vragen, tot het geven waarvan Mukarto toch al zo gemakkelijk overgaat, maar eindigde met de opmerking: "Zolang tegen de ondernemers of hun Nederlandse mandatarissen geen ernstige maatregelen worden genomen of hun geen bijzondere moeilijkheden in de weg worden gelegd, zult U van mij geen last hebben".' NA, archief Minkol., codetel. 1952, 7.
Zie ook 3060: Lamping 92
PDF transcriptie (12 KB)