Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 2930

Nummer 2930
Datum 22-12-1951
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Van Roijen 688
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Roijen, J.H. van (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Washington
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1951
Dossiernummer 14
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
Blitar/Talisse-affaire
Irian-(strijd)corpsen van Indonesië/ Badan Perdjuangan Irian; Gerakan Tjenderawasi Irian Barat/Nat. Front ter bevrijding van Irian; West-Irian Pioneers Corps e.a.; zie ook Bureau West-Irian
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
pers/publieke opinie, Amerikaanse
pers/publieke opinie, Indonesische
pers/publieke opinie, Nederlandse
Suparmo, minister zonder portefeuille van Indonesië
voorlichting/propaganda/publicatie/verklaring/communiqué, Indonesische
Annotatie slotnoot:
Diezelfde dag antwoordde Stikker bij tel. no 453 dat ook hij vond 'dat de publicatie van het Indonesisch informatiebureau van Suparmo's felle en lasterlijke verklaring mogelijk een begin is van een propaganda-offensief van Indonesische zijde, zodat wij hierop in ieder geval voorbereid moeten zijn.
Het is juist, dat U met ruimere voorlichting in de bladen wacht totdat blijkt, dat zij de Indonesische propaganda inderdaad opnemen, doch indien dit het geval is, zal met de tot nu toe gevolgde gedragslijn van beperking tot ondershandse voorlichting moeten worden gebroken en kunt U krachtige taal gebruiken.
Hierbij kan worden gewezen op de positie van Suparmo, die blijkbaar in particuliere functie als gast der ECA in Amerika reist en die bekend staat als Secretaris-Generaal van de reeds vóór de souvereiniteitsoverdracht opgerichte Indonesische organisatie Badan Perdjuangan Irian, welke ten doel heeft Nieuw-Guinea bij Indonesië in te lijven en hiertoe met subversieve middelen Nederlands positie in Nieuw-Guinea zoveel mogelijk ondermijnt.
Voorts is van belang, dat zich onder de in beslag genomen lading van de Biltar ook niet-militaire goederen bevonden, zoals bouwmateriaal voor huizen, zij het geadesseerd aan de Marinecommandant.
U beschikt voorts over alle hier bekende gegevens, welke nodig zijn om de aantijgingen van Suparmo tegen te spreken.
Lamping is ingelicht en kreeg opdracht contact op te nemen met Luar Negeri om te trachten opdracht aan Voorlichtingsinstanties uit te lokken om dergelijke insinuaties te voorkomen en zich te distanciëren van de mededelingen, waaruit zou kunnen blijken, dat Suparmo optreedt als woordvoerder van de Indonesische Regering.'  Dit laatste was geschied bij tel. no Stikker 230, eveneens van 22 december. NA, archief Minkol., codetel. 1951, 9.        Lamping reageerde op 24 dec. hierop als volgt: 'Bij bezoek aan KLN heb ik hedenochtend Uw 230 met Rasjid besproken. De volledige tekst van het Suparmo statement was nog niet bekend op KLN. Slechts een zeer verkorte en iets gematigde versie was in de Indonesische pers verschenen. Na inzage van de volledige tekst verklaarde Rasjid de Ambassade te Washington nadere inlichtingen te zullen vragen. Hij achtte release door de Indonesische voorlichting onjuist, aangezien hierdoor de schijn van een officieel karakter werd gegeven aan de particuliere uitlatingen van Suparmo, die zuiver als particulier had gesproken. In de loop van het gesprek heb ik mede gedeeld, dat het op prijs zou worden gesteld, indien het bovenstaande ook in geëigende vorm door de Indonesische Regering kenbaar zou worden gemaakt door zich van Suparmo's uitspraak te distanciëren. Zal hierop na Kerstmis nader terugkomen.' NA, archief Minkol., codetel. 1951, 8.
Zie ook 2294: Blom 215
PDF transcriptie (10 KB)