Gegevens van record 2999
| Nummer | 2999 |
|---|---|
| Datum | 6-11-1952 |
| Soort | codetelegram(men) |
| Kenmerk | Lamping 281 |
| Opschrift/Bijlage(n) | |
| Verzender(s) |
Lamping, A.Th.
(info)
|
| Ontvanger(s) |
Beyen, J.W.
(info)
Luns, J.M.A.H. (info) |
| Plaats van opmaak |
Djakarta |
| Plaats van bestemming |
Den Haag |
| Bewaarplaats | Nationaal Archief |
| Bestand | archief Minkol., codetel. 1952 |
| Dossiernummer | 8 |
| Trefwoorden |
Amerika, houding/positie van - Baipaj, secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken van India Cochran, H.M., ambassadeur van de VS te Djakarta '49-'53 Corps Diplomatique Djakarta Frankrijk, houding/positie van - Kermode, Sir Derwent W., Brits ambassadeur te Djakarta Lamping, A.Th.* MacDonald, Malcolm, British Commissioner South East Asia; na '55 High Commissioner for India Verenigd Koninkrijk, houding/positie van - Zuid/Zuidoost-Azië |
| Annotatie |
slotnoot: Op zijn terugreis naar Nederland deed Lamping ook enkele dagen Singapore aan. Hierover seinde hij op 18 nov. onder no Van Ittersum 315 o.m. dat hij, hoewel hij op particulier bezoek was, toch 'voor intieme lunches [werd] uitgenodigd door de gouverneur van Singapore', Malcolm MacDonald. 'MacDonald' aldus Lamping, 'bleek geïnteresseerd in de jongste gebeurtenissen in Indonesië, waarover ik hem inlichtte. Mij troffen zijn uitlatingen over Nieuw-Guinea. MacDonald zei, dat men het zijns inziens meer en meer een gewone zaak begon te vinden, dat de Nederlanders Nieuw-Guinea niet wilden afstaan afstaan aan de Indonesiërs; zulks gold met name met betrekking tot Engeland waartoe het optreden van de nieuwe Britse Regering wel toe had bijgedragen. MacDonald vroeg mij of ik dacht, dat Cochran zou terugkomen. Ik antwoordde, dat zulks volgens de Amerikaanse Ambassade het geval zou zijn. MacDonald zei dit te betreuren voor Cochran zelf, maar ook voor de Amerikaanse Regering, daar Cochran's positie de laatste tijd te veel had geleden. In zijn laatste gesprek met Cochran had het MacDonald getroffen, dat de groeiende Indonesische critiek Cochran bijna tot een obsessie was geworden. Cochran had bijna over niets anders gesproken. Waar ik over de positie van Cochran verleden week uitvoerig rapporteerde, ga ik op dit deel van het gesprek niet verder in. Ik gaf MacDonald mijn U bekende visie over de relatie tussen Indonesië's vrees voor Japanse invloed en de groeiende anti-Amerikaanse stemming in Indonesië. Het trof mij, hoe MacDonald enerzijds overtuigd was van de noodzaak van Amerikaanse hulp voor het handhaven van Europese posities in Azië, anderzijds bijzonder critisch gestemd was over de grote blunders die Amerika in Azië blijft maken.' - - - 'Ook ditmaal vonden MacDonald en ik elkaar in de gedachtengang, dat Nederland en Engeland - hij schakelde bepaald ook Frankrijk in - in samenwerking een grote invloed zouden kunnen hebben in Zuid-Azië op grond van de enorme kennis en ervaring van onze landen in dit werelddeel, "die de Amerikanen zo zeer misten". Maar gewaakt moest worden voor elke indruk, die een gevoel van superioriteit of bevoogding zou verraden: dit zag MacDonald als het hoofdpunt. Ook had ik nog een gesprek met de Indonesische Consul-Generaal hier ter stede. Het trof mij, hoezeer hij overtuigd was van het belang van een soort Commonwealth-verhouding tussen Nederland en Indonesië, maar hij vreesde, dat "die kleine mannetjes" in Indonesië hiervan niets begrepen'. T.a.p. |
| Zie ook | |
| afbeelding (241 KB) |