Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3095

Nummer 3095
Datum 18-2-1952
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Lamping 375
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Lamping, A.Th. (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1952
Dossiernummer
Trefwoorden Amerika, houding/positie van -
bedrij(fsle)ven, houding/positie van het -
belastingen
olie-aangelegenheden
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
Annotatie slotnoot:
Op 27 feb. vervolgde Lamping onder no 391: 'Eergisteren bezocht mij de Britse ambassadeur na terugkeer van zijn verlof. Zijn toelichting van de politiek van het Foreign Office inzake de verhouding Nederland-Indonesiƫ opende geen niet reeds bekende aspecten. Uiteraard kon ik hem, na zijn lange afwezigheid, meer vertellen dan hij mij. Het gedeelte van het gesprek dat over de oliekwestie ging, vestigde bij mij de indruk, - - - dat ook het Foreign Office zich afvraagt of de oliemaatschappijen voldoende mededeelzaam zijn en dat men daar hoopt dat Kermode en ik van de vertegenwoordigers hier meer te weten zullen komen dan de directies in Europa willen loslaten. Ik kreeg de indruk dat men zich in Londen ongerust maakt dat de oliemaatschappijen zouden trachten elkander vliegen af te vangen, althans niet voldoende samen te werken: uiteraard in verband met mogelijke hoogst bedenkelijke repercussies op het nabije Oosten. Mijn collega wilde ten aanzien van de BPM niet op mijn terrein treden maar vroeg zich, in hoffelijke en bedekte termen af of tegenover mij gezien de tussen Nederland en Indonesiƫ bestaande spanningen, niet een zekere aarzeling zou worden in acht genomen omdat ik politiek ietwat besmet zou zijn als Nederlands vertegenwoordiger. Ik verklaarde deze veronderstelling zeker niet onjuist te achten en geen enkel bezwaar te hebben indien ook hij gegevens zou verzamelen. Mijnerzijds beloofde ik hem op de hoogte te houden van wat ik nog meer te weten zou kunnen komen. (Het is jammer dat ik door de Britse hofrouw de Kermode's niet kan vragen voor een diner ter gelegenheid van de overkomst van Steenberghe). Bepaald belangrijk vond ik uitlatingen van mijn collega, welke erop wezen dat de betrokken oliemaatschappijen moesten bedenken dat de BPM door het "treasury agreement" toch wel van Whitehall afhankelijk was, waarmede hij mijns inziens bedoelde dat deze maatschappijen zouden moeten begrijpen bij hun onderling overleg niet geheel hun eigen gang te kunnen gaan. Gezien het karakter van ons gesprek moge ik verzoeken het geheime karakter van dit telegram te willen verzekeren.' Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1952.
Zie ook
PDF afbeelding (702 KB)