Gegevens van record 3250
Nummer | 3250 |
---|---|
Datum | 14-11-1952 |
Soort | codetelegram(men) |
Kenmerk | Van Ittersum 306 |
Opschrift/Bijlage(n) | |
Verzender(s) |
Ittersum, G.E. van
(info)
|
Ontvanger(s) |
Beyen, J.W.
(info)
Luns, J.M.A.H. (info) |
Plaats van opmaak |
Djakarta |
Plaats van bestemming |
Den Haag |
Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
Bestand | archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1952 |
Dossiernummer | |
Trefwoorden |
arbeidsaangelegenheden bedrij(fsle)ven, houding/positie van het - dienstplicht(igen) Oldenborgh, J. van, voorzitter van de Ondernemersraad voor Indonesië ondernemersorganisaties toelatings-/uitwijzingsbeleid/reisdocumenten, Indonesië |
Annotatie |
slotnoot: Op 17 nov. seinde Beyen hierop onder no 186 aan Van Ittersum: 'Vrijdag had Schürmann een gesprek inzake immigratiemogelijkheden met een vertegenwoordiger van de BEB en Van Oldenborgh van de Ondernemersraad. De conclusie was, dat protesteren tegen de Indonesische maatregelen aanziens toelating van Nederlanders in Indonesië en in het bijzonder tegen weigering van verlenging van verblijfsvergunningen van ex-KNIL- en KL-personeel c.q. afgifte van re-entry-permits aan verlofgangers, welke tot deze categorieën behoren, nutteloos zou zijn en in dit stadium achterwege dient te blijven. Pogingen op het hoogst mogelijke niveau, zoals reeds door U werden ondernomen om een denkbeeld te krijgen van de maatstaven en motieven, welke aan Indonesische zijde worden gebruikt, lijken voorshands de aangewezen weg. Als handicap wordt dezerzijds gevoeld, dat een op cijfers gebaseerd inzicht ontbreekt omtrent de omvang der gevolgen van de Indonesische maatregelen met betrekking tot ex-KL- en ex-KNIL-personeel. Recente berichtgeving van Sinninghe Damsté aan Van Oldenburgh noemde cijfer van 4000 werkers ten aanzien van wie deze maatregelen effect zouden kunnen hebben. De Ondernemersraad zelf komt niet hoger dan - overigens eveneens zeer belangrijke - getal van 2000. Elders sprak Damsté van hem bekend geworden 20-tal 'picked cases'. Van Oldenborgh zegde toe te trachten terzake meer concrete inlichtingen te verkrijgen. Overigens blijkt, dat voor uitzending uit Nederland speciaal in handelssector en voor cultures moeilijkheden worden ondervonden, maar toelating van Nederlanders voor technische bedrijven wel zeer traag is, doch verder zonder bijzondere moeilijkheden verloopt. In verband met het resultaat van het hier vermelde onderhoud zal ik gaarne zien, dat U reeds begonnen pogingen voortzet om langs informatieve weg een duidelijker beeld te krijgen van de motieven en voornemens der Indonesische autoriteiten, die zich met verblijfs- en toelatingskwesties bezig houden. Met name zou mij interesseren het antwoord op de vraag, of hier sprake is van werkelijk bestaand wantrouwen tegen Nederlandse ex-militairen, dan wel van een bedekte poging van Indonesianisatie van bedrijven, of van opzettelijk dwarsbomen der Nederlandse belangen in verband met de Irian-kwestie. Vermoedelijk spelen alle drie deze motieven door elkaar.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1952. |
Zie ook |
3574:
Van Ittersum 345
|
transcriptie (11 KB) |