Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 3284

Nummer 3284
Datum 24-10-1952
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Von Balluseck 67
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Ontvanger(s) Beyen, J.W. (info)
Plaats van opmaak New York
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1952
Dossiernummer 13
Trefwoorden Allison, John M., (Deputy) Assistant Secretary of State; ambassadeur van de VS te Djakarta '53-'58
Amerika, houding/positie van -
Australië, houding/positie van -
Casey, Robert G., minister van Buitenlandse Zaken van Australië '51-'60
NG-kwestie in de vergaderingen van de Verenigde Naties
Spender, Sir Percy C., minister van Buitenlandse Zaken van Australië tot medio '51; ambassadeur van Australië te Washington
Verenigde Naties, Algemene Vergadering, commissie 73 E
Zafrullah Khan, Sir Moh., minister van Buitenlandse - en Gemenebest Zaken van Pakistan; PV New York (br. '61)
Annotatie Mede bestemd voor Kernkamp, afkomstig van Luns.
Thans kan ik ten vervolge op het telegram Von Balluseck 67 mededelen, dat de Australiërs inderdaad volgens de afgesproken lijn de Amerikaanse missie hebben benaderd. Volgens Forsyth was de reactie gunstig en begint Amerika in te zien, dat Nederland door hervatting van de onderhandelingen over de souvereiniteit voor grote moeilijkheden zal worden gesteld. Ook Spender zei bij de Amerikanen meer begrip voor de Nederlandse houding te hebben gevonden, terwijl door Ambassadeur Gross aan Von Balluseck werd gevraagd, hoe Nederland  het beste door Amerika kon worden geholpen, waarop Von Balluseck eenzelfde soort betoog hield als vervat in bovenaangehaald telegram. Thans ziet het er naar uit, dat Indonesië er van af zal zien de kwestie Nieuw-Guinea wederom op te brengen, welke indruk werd bevestigd door een op 28 dezer door Mukarto aan een medewerker van Von Balluseck gemaakte opmerking.
Zie ook 2975: Lamping 229
PDF transcriptie (10 KB)